Vuurwerkontbrandingen

Vuurwerkontbrandingen worden geregeld in het Vuurwerkbesluit en de Regeling ‘bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk’. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen professioneel vuurwerk, consumentenvuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik. In deze factsheet lichten we een aantal aandachtspunten voor voorwerkontbrandingen toe.  

Veiligheidsafstanden 

Bij het tot ontbranding brengen van vuurwerk moet de organisator rekening houden met veiligheidsafstanden. De grootte van de veiligheidsafstand is afhankelijk van de aard van het vuurwerk of het kaliber. De exacte grootte staat in de regeling. De veiligheidsafstand van theatervuurwerk staat op de gebruiksaanwijzing.   

Binnen deze veiligheidsafstand: 

  • Mogen geen brandbare objecten aanwezig zijn; 
  • Mogen geen voer- of vaartuigen aanwezig zijn;  
  • Bevinden zich geen provinciale (N-)wegen of rijks (A-)wegen; 
  • Bevinden zich geen water- of spoorwegen;  
  • Bevinden zich geen gebouwen, tenzij deze leeg zijn of dat er gewaarborgd is dat er geen personenverkeer in of uit het gebouw is;  
  • Vermeerderd met 50%, mogen geen dieren aanwezig zijn, tenzij dit schriftelijk overeengekomen is met de eigenaar/ houder. 

Als er in de veiligheidsafstand gemeentelijke wegen, wandel- en fietspaden of particuliere wegen gelegen zijn, dan moeten deze 15 minuten voor de ontbranding afgesloten worden.  

Andere afstanden 

Naast de veiligheidsafstanden moet de organisator ook rekening houden met de onderstaande afstanden: 

  • Binnen 100 meter van een hoogspanningsleiding mag geen vuurwerk tot ontbranding worden gebracht; 
  • Binnen 15 km van een luchthaven/ vliegveld moet minimaal 30 minuten voor de ontbranding contact met de luchtverkeersdienst opgenomen worden;   
  • Er moet bij een verplaatsing (dus geen ontsteking) van het vuurwerk over het water minimaal 25 meter afstand tot het publiek of andere vaartuigen aangehouden worden; 
  • Belemmeringsstroken van hogedruk-aardgasleidingen. Voorkomen moet worden dat bijvoorbeeld stellages in de grond vastgezet worden en daarmee de leidingen beschadigen.  

Consumentenvuurwerk  

Voor specifiek consumentenvuurwerk geldt het volgende: 

  • Veiligheidsafstanden zijn 1,5 keer groter als het vuurwerk schuin richting het publiek wijst. 

Weersomstandigheden 

In een aantal situaties mag vuurwerk niet tot ontbranding worden gebracht: 

  • Er sprake is van extreme droogte (en dus is er een natuurbrandrisico); 
  • Een windsnelheid van 9 m/s (= 5 bft); 
  • Als de veiligheidszone niet in zijn geheel is te overzien is door mist of rook, of; 
  • Als het zicht minder dan 200 meter is.  

Het is raadzaam om daarom de weersverwachtingen in de gaten te houden en in overleg te treden met de volgende partijen: 

  • De provinciale toezichthouder; 
  • De natuurbeheerder (over de brandbaarheid van de vegetatie), en/ of; 
  • Een meteorologische dienstverlener. 

Ook kan zinvolle informatie ingewonnen worden op de website van natuurbrand risico en de website van risico's in Fryslân.

Vuurwerkontbrandingen vanaf gebouwen 

Het is toegestaan dat vuurwerk vanaf een gebouw tot ontbranding wordt gebracht. Hierbij gelden wel de volgende aandachtspunten: 

  • Er moet toestemming zijn van de gebouweigenaar;  
  • Er moet zijn gewaarborgd dat er geen personenverkeer in of uit het desbetreffende gebouw is; 
  • Aanwezige installaties mogen niet leiden tot gevaarlijke situaties. Bijvoorbeeld dat rook via ventilatiesystemen naar binnen wordt gezogen en dit resulteert tot ruimtes met koolmonoxide en/ of activering van de brandmeldinstallatie;  
  • Er zijn maatregelen getroffen om beschadiging of vernieling van een rijksmonument te voorkomen. 

Deze aspecten moeten in een aanvraag voor een ontbrandingstoestemming verwerkt zijn. 

Vuurwerkontbrandingen in een gebouw 

Het is toegestaan dat consumenten- en theatervuurwerk in een gebouw tot ontbranding wordt gebracht. Dit is toegestaan als: 

  • Het vuurwerk (volgens de leverancier) ook toepasbaar is voor binnen situaties;  
  • Er minimaal een vrije hoogte wordt gehouden die gelijk of groter is dan 1,5 * de maximale effecthoogte;  
  • Er geen voorwerpen, voorzieningen en installaties aanwezig zijn die gevoelig zijn voor brand , zoals bijvoorbeeld akoestisch isolatiemateriaal of slingers;  
  • De ondergrond stevig is; 
  • De ondergrond tegen de hitte kan;  
  • Er rekening wordt gehouden met de veiligheidsafstand uit de gebruiksaanwijzing; 
  • Er minimaal 1 handblusapparaat aanwezig is van minimaal 5 kg koolzuur.   

Bij een ontbranding in een gebouw is het raadzaam om na te gaan hoe toeschouwers tijdig gewaarschuwd en ontruimd worden in geval van brand. Het is namelijk aannemelijk dat men de brand als onderdeel van de ontbranding beschouwt en blijft staan.  

Meer voorschriften 

Meer relevante voorschriften, maar ook eventuele uitzonderingen, staan in de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk en het Vuurwerkbesluit.