Ga naar de inhoud

Overnachtingen

Bij sommige evenementen is het mogelijk om te overnachten. Een overnachting gaat gepaard met specifieke risico’s. In deze factsheet wordt ingegaan op de aandachtspunten als er bij het evenement overnachtingen plaatsvinden.  

Algemeen 

Brand vormt voor slapende mensen een groter risico. Dit heeft ermee te maken dat slapende mensen de brand niet of minder snel ontdekken en minder snel reageren dan niet- slapende personen. In veel logiesgebouwen wordt hier al rekening mee gehouden door bijvoorbeeld het plaatsen van een brandmeldinstallatie en een ontruimingsalarminstallatie met doormelding naar de brandweermeldkamer. Bij evenementen en incidentele overnachtingen is dit meestal niet van toepassing. Daarom is het belangrijk om in het ontruimingsplan extra aandacht te hebben voor de volgende vragen: 

  • Hoe zorg je ervoor dat een brand snel ontdekt wordt? 
  • Hoe zorg je ervoor dat slapende mensen gewaarschuwd worden als er brand is? 
  • Hoe zorg je ervoor dat de brandweer snel gealarmeerd wordt? 
  • Hoe zorg je ervoor dat een beginnende brand snel geblust wordt? 
  • Hoe zorg je ervoor dat oriëntatie richting de nooduitgangen (ook in het donker) mogelijk is? 

Als het om kinderen gaat, dan zijn de risico’s bij het vluchten nog groter. Dit heeft ermee te maken dat kinderen minder zelfredzaam zijn dan volwassenen. Hier moet je dan ook extra aandacht voor hebben. Dit geldt ook voor mensen met een lichamelijke of geestelijke handicap.   

Bij het kiezen voor een wachtdienst is het belangrijk dat dit minimaal twee personen zijn, zodat ze elkaar wakker kunnen houden. Afhankelijk van het type gebouw, de indeling van het gebouw of het aantal personen die er slapen, kan het zijn dat 2 personen niet voldoende, zijn maar dat er meer mensen nodig zijn. 

Het is belangrijk om de uitwerkingen hiervan aan de aanvraag voor de evenementenvergunning te koppelen.  

Specifiek: Overnachtingen in tenten 

Als er overnachting in tenten mogelijk wordt gemaakt, houd dan rekening met de volgende aandachtspunten: 

  • Maak een vakverdeling voor de tenten, waarbij de vakken met daarin de tenten maximaal 1.000 m2 groot zijn;  
  • Hanteer tussen de vakken een vrije ruimte van minimaal 3 meter breed, zodat voorkomen wordt dat een eventuele brand van het ene naar het andere vak overslaat; 
  • Zorg ervoor dat de brandweer het terrein tot 10 meter met het brandweervoertuig kan benaderen; 
  • Bij fase 2 kan de gemeente een stookverbod instellen. Indien een stookverbod van toepassing is dan mag er in natuurgebieden geen open vuur gestookt worden. Ook vuurkorven, fakkels, wensballonnen en vuurwerk zijn niet toegestaan, net als in de natuur koken met open vuur op vaste brandstoffen, zoals hout of houtskool/briketten; 
  • Zorg ervoor dat als er overnacht wordt in bosschages, deze vegetatie niet als ‘zeer brandbaar’ worden aangemerkt. Win hierover advies in bij de natuurbeheerder.  

Specifiek: Overnachtingen in kampeermiddelen, zoals campers 

Als er overnachting in kampeermiddelen mogelijk wordt gemaakt, houd dan rekening met de onderstaande aandachtspunten: 

  • Maak een vakverdeling voor de kampeermiddelen, waarbij de vakken met daarin de kampeermiddelen maximaal 1.000 m2 groot zijn én er maximaal 4 kampeermiddelen in dit vak komen te staan;  
  • Hanteer tussen de vakken een vrije ruimte van minimaal 3 meter breed, zodat voorkomen wordt dat een eventuele brand van het ene naar het andere vak overslaat; 
  • Bij fase 2 kan de gemeente een stookverbod instellen. Indien een stookverbod van toepassing is dan mag er in natuurgebieden geen open vuur gestookt worden. Ook vuurkorven, fakkels, wensballonnen en vuurwerk zijn niet toegestaan, net als in de natuur koken met open vuur op vaste brandstoffen, zoals hout of houtskool/briketten. 

Specifiek: Overnachtingen in gebouwen 

Als er overnacht wordt in een gebouw dat daar normaliter niet voor bestemd is, zoals een sporthal, houd dan met de onderstaande aandachtspunten rekening: 

  • Het gebouw moet voldoen aan de geldende brandveiligheidseisen. Indien uit voorgaande controles blijkt dat er zaken niet op orde zijn, kies dan voor een ander gebouw;   
  • Zorg ervoor dat alle deuren in het gebouw gesloten blijven, om zodoende rook- en brandverspreiding te voorkomen; 
  • Beperk de overnachting tot 1 a 2 ruimten op de begane grond;  
  • Voorkom dat personen door het gebouw gaan ‘zwerven’; 
  • Ga uit van minimaal 4 m2 per slaapplaats. Dit oppervlak is exclusief de benodigde gangpaden; 
  • Ga uit van minimaal 1,1 meter gangbreedte;  
  • In de slaapruimtes vindt geen opslag plaats;  
  • In de slaapruimtes hangt geen versiering;  
  • In de slaapruimtes zijn minimaal 2 nooduitgangen aanwezig; 
  • Binnen 30 meter moet te allen tijde een blusmiddel bereikbaar zijn;  
  • Binnen 30 meter moet een nooduitgang aanwezig zijn; 
  • Als de nooduitgang niet direct naar buiten leidt, zorg er dan voor dat de gangen waardoor de vluchtroute loopt voorzien zijn van een rookmelder;   
  • Gangpaden worden vrijgehouden en sluiten aan op de nooduitgangen;  
  • Er is een presentielijst beschikbaar; 
  • Er moeten gedurende de nacht wakend mensen aanwezig te zijn die bij een calamiteit aanwezige personen kunnen waarschuwen en begeleiden bij het ontvluchten en die waar nodig een eerste blussing kunnen uitvoeren (zie bij ‘algemeen’ voor meer toelichting).