Ga naar de inhoud

Op- en tourtochten

Als we denken aan optochten, dan komen we in Fryslân al snel uit op de grote optochten zoals de intochten van Sinterklaas en Elfstedentochten. Maar ook kleinere optochten, zoals een optocht met versierde wagens tijdens een dorpsfeest, brengen aandachtspunten met zich mee.  

Bereikbaarheid 

Het is belangrijk dat de brandweer bij een incident snel hulp kan verlenen. Daarom is het belangrijk voor de organisator om met de volgende aandachtspunten rekening te houden:  

  • Zorg altijd voor een doorgaande route voor de hulpdiensten. Houd daarbij rekening met een minimale doorgangsbreedte van 4,5 meter en een minimale doorgangshoogte van 4,2 meter. Zorg er dus voor dat het publiek buiten deze breedtes geplaatst worden. 
  • Zorg dat hekwerken of andere obstakels, die de (doorgaande) route blokkeren, snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd. Bij deze afsluitingen moet een verkeersregelaar of hekkenwacht te staan; 
  • Houd er ook rekening mee dat  vrijwilligers (in privé-kleding, -auto, -scooter) de kazerne moeten kunnen bereiken. Er moet geregeld worden dat zij doorgang krijgen als zij dit bij bijvoorbeeld een verkeersregelaar of hekkenwacht aangeven; 
  • Belangrijk bij de aanvraag/melding is de exacte route, de tijdstippen van vertrek en afsluiten. Waar en hoe komen de wagens naar het startpunt en hoe gaan ze weer terug. Wat zijn de knelpunten in de route? De reden waarom dit belangrijk is, is omdat we deze informatie delen met de dienstdoende brandweermannen- en vrouwen, zodat zij weten via welke route zij het snelst bij een mogelijk incident kunnen zijn.  

Feestwagens 

Indien er feestwagens in de optocht meedoen, dan is het belangrijk om te controleren op de onderstaande punten: 

  • Zorg ervoor dat warm wordende onderdelen, zoals de uitlaat van een aggregaat of van een trekkend voertuig, geen brand kunnen veroorzaken. Houd deze onderdelen vrij van versiering, stoffering en of andere brandbare voorwerpen;  
  • Zorg dat de gebruikte aggregaten deugdelijk zijn. Afgekeurde of oudere aggregaten zijn vaak slecht geïsoleerd en kunnen daardoor makkelijker ontbranden; 
  • De brandstofvoorraad moet op een veilige afstand van het aggregaat geplaatst zijn;  
  • Haspels moeten volledig uitgerold zijn, want dit voorkomt oververhitting; 
  • Controleer of kabels en snoeren onbeschadigd zijn en juist zijn aangesloten met een deugdelijke stekker;  
  • Elke wagen moet voorzien zijn van tenminste één goedgekeurd draagbaar blusmiddel met een inhoud van tenminste 6 kilogram of 6 liter blusstof; 
  • Zorg ervoor dat dit blusmiddel ook in het zicht staat, zodat deze direct voorhanden is; 
  • Ga na of de wagens onder de dekking/ voorwaarden van de verzekering vallen.