Feesttenten – BGBOP-benadering

Het gebruik van tenten maakt je evenement bestand tegen het wisselvallige Nederlandse weer, maar geeft ook sfeer en uitstraling aan een evenement. Tenten zijn bouwsels en zijn daarmee aan landelijke regelgeving gebonden. Hieraan wordt voldaan door alleen de Brandveilig Gebruik en Basishulpverlening Overige Plaatsen (BGBOP) of door dit te combineren met de NEN8020-41. In deze factsheet gaan we in op een situatie waarin alleen de BGBOP gevolgd wordt.  

Plaatsbepaling van feesttenten 

  • Plaats feesttenten niet in een belemmeringsstrook van een (hogedruk) aardgasleiding. Op de website van atlasleefomgeving kun je opzoeken waar de aardgasleidingen liggen; 
  • Plaats feesttenten niet op putdeksels van ondergrondse brandkranen; 
  • Plaats feesttenten op minimaal 2,5 meter afstand van de perceelsgrens van gebouwen;  
  • Plaats feesttenten op minimaal 5 meter afstand van bouwsels/ tijdelijke objecten, zoals afvalcontainers en gasflessenopslag; 
  • Als meerdere (feest)tenten gebruikt worden én ze gezamenlijk meer dan 2.000 m2 groot zijn, dan moeten de tenten op minimaal 5 meter afstand van elkaar geplaatst worden; 
  • Plaats tenten die groter dan 2.000 m2 zijn zodanig, zodat ze tot op 10 meter door een brandweerauto te bereiken zijn.   

Grootte van feesttenten 

  • Pas de grootte van de feesttent aan op het aantal personen:  
    • Per staande persoon is minimaal 0,25 m2 vrije ruimte nodig;  
    • Als personen zitten, dan kan dit oplopen tot minimaal 0,50 m2 per persoon;  
    • Afhankelijk van de activiteiten kan het veiliger zijn om per persoon meer vrije ruimte te hanteren. Een veiligere bezettingsgraad is minimaal 0,45 m2 per staand persoon; 
  • Als (feest)tenten groter dan 2.000 m2 zijn, dan:  
    • moet aangetoond worden dat de vuurlast lager dan 8 kg per m2 is, of  
    • moet aangetoond worden dat de vuurlast lager dan 30 kg per m2 is en dat een brandweervoertuig elk punt in de tent tot 60 meter kan benaderen. 

Uitgangsbreedtes 

Pas het aantal meter aan (nood)uitgangen aan op het maximaal aantal personen in de tent.  

  • Opening met openingshoek > 135 graden: 135 personen/ per meter/ per min. 
    Risicogerichte benadering : 90 personen/ per meter/per min.  
  • Enkele deur met openingshoek < 135 graden: 110 personen/ per meter/ per min.  
  • Dubbele deur met openingshoek < 135 graden: 90 personen/ per meter/ per min.  
  • Draairichting tegen de stroom in: 60 personen in totaliteit.  
  • Trap (< 1 meter hoogte): 90 personen/ per meter/ per min.  
  • Trap (> 1 meter hoogte): 45 personen/ per meter/ per min.  
  • Richtwaarde bij verminderd zelfredzamen: hebben + 20% capaciteit nodig. 

Ga hierbij uit van de volgende uitgangspunten: 

  • Een feesttent moet minimaal binnen 1 minuut ontruimd zijn;  
  • Eén nooduitgang moet minimaal 0,85 meter breed zijn; 
  • 50 tot 80% van de bezoekers vlucht via de door hem bekende ingang. Zorg er daarom voor dat hier de meeste vluchtcapaciteit is. 

Aantal nooduitgangen 

Bij het bepalen van het aantal nooduitgangen zijn de volgende aspecten van belang: 

  • Als er meer dan 225 personen in de tent verblijven, moeten er minimaal 2 (nood)uitgangen aanwezig zijn die onderling op meer dan 5 meter afstand geplaatst zijn;  
  • De loopafstand in de tent tot een (nood)uitgang is maximaal 60 meter.  

Positie van nooduitgangen 

Bij het bepalen van de locatie van de nooduitgangen zijn de volgende aspecten van belang: 

  • Plaats nooduitgangen zodanig, dat ze zoveel mogelijk tegenover elkaar liggen; 
  • Plaats nooduitgangen niet bij hoogteverschillen die groter dan 0,22 cm zijn;  
  • Plaats nooduitgangen niet bij scheerlijnen en verankeringen die de route versmallen; 
  • Plaats nooduitgangen niet bij scheerlijnen en verankeringen die slecht zichtbaar zijn. Een mogelijkheid kan ook zijn om de zichtbaarheid te vergroten; 
  • Plaats nooduitgangen op plekken waarbij deze aan de buitenkant vrijgehouden worden; 
  • Plaats nooduitgangen op plekken die niet direct uitkomen nabij een sloot. 

Voorzieningen 

Het kan mogelijk zijn dat er voorzieningen in de tent aangebracht moeten worden: 

  • Er moet vluchtrouteaanduiding boven de nooduitgangen hangen; 
  • Er moet noodverlichting boven in de tent gehangen worden; 
  • Nooduitgangen moeten via een lichte druk te openen zijn.  

Maatregelen voor de incidentbestrijding 

  • Er moet een adequate brandblusvoorziening aanwezig zijn; 
  • Er moet een ontruimingsplan aanwezig zijn.  

Meer voorschriften 

Meer relevante voorschriften, maar ook eventuele uitzonderingen, staan in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.