Energievoorzieningen

Tegenwoordig is het bij een evenement niet meer vanzelfsprekend een (diesel)aggregaat te gebruiken voor energie. Steeds vaker wordt energie verkregen uit een energieopslagsysteem (EOS) of een waterstofsysteem. In deze factsheet lichten we de aandachtspunten toe. 

Algemeen 

Algemene aandachtspunten zijn als volgt: 

  • Geef op de plattegrond aan wat de locatie van de installatie is;  
  • Zorg ervoor dat de ondergrond van de installatie onbrandbaar is; 
  • Zorg ervoor dat de installatie tot minimaal 40 meter met een brandweerauto te benaderen is;  
  • Zorg ervoor dat de locatie zodanig is, dat vervuiling als gevolg van verontreinigd bluswater, het minste effect op het milieu geeft. Stem deze locatie met de natuurbeheerder af als het een natuurgebied betreft;   
  • Zorg ervoor dat de installatie niet bij een nooduitgang wordt geplaatst;  
  • Zorg ervoor dat de installatie niet bij een doorgaande weg wordt geplaatst. Zorg anders voor een aanrijdbeveiliging;  
  • Geef aan hoeveel spanning de installatie heeft. Elektrische apparaten waar een spanning van meer dan 400 volt op staat, blust de brandweer namelijk niet in verband met de kans op elektrocutie; 
  • Zorg ervoor dat er contactgegevens beschikbaar zijn, waarop een deskundige geraadpleegd kan worden. 

Waterstof 

Wanneer een gasfles met waterstof op druk leegstroomt ontstaat een fakkelbrand. Een fakkelbrand op een gasfles/ cilinderpakket zal resulteren in geringe rookvorming en veel warmtestraling. Bij een fakkelbrand doet de brandweer - indien nodig en mogelijk - een poging om de omliggende gasflessen te koelen. Een gasbrand kunnen wij niet blussen. De fakkelbrand blijft dan branden totdat de voorradige hoeveelheid aan waterstof op is. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is het belangrijk om rekening te houden met de onderstaande aandachtspunten: 

  • Zorg ervoor dat de installatie met daarop de cilinderpakketten voldoet aan de voorschriften uit de PGS 35; 
  • Zorg ervoor dat het waterstofaggregaat voldoet aan de van toepassing zijnde (Europese)machinevoorschriften; 
  • Het is belangrijk dat druk- en waterstofdetectie aanwezig is die ervoor zorgt dat de afsluiters van de gasflessen automatisch afsluiten; 
  • Zorg ervoor dat de installatie minimaal 20 meter van een feesttent, gebouw en/ of brandbare natuur staat. Hiermee wordt voorkomen dat een eventuele fakkelbrand zorgt voor secundaire branden; 
  • Het is van groot belang dat de overdrukventielen van de gascilinders altijd naar boven gericht zijn. Dit verkleint het risico naar de omgeving;  
  • Rondom de waterstofvoerende systemen gelden ATEX-zones. De leverancier van de installatie kan meer informatie geven over de zone-indeling. Het is van belang dat de ATEX-zones ruimschoots achter de hekken liggen. Vraag de zone-indeling daarom vooraf op, zodat bij de inrichting van het terrein hiermee rekening gehouden kan worden; 
  • Zorg ervoor dat in geval van een incident de installaties op een trailer weggereden kunnen worden (ook bij slecht weer).  
  • Zorg ervoor dat installaties op een trailer door de RDW gekeurd zijn en voldoen aan het ADR. 

EOS 

Een brand in een EOS kan de brandweer niet blussen. Belangrijk is om bij brand tijdig te ontruimen. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is het verder ook belangrijk om ook rekening te houden met de onderstaande aandachtspunten:  

  • Zorg ervoor dat de EOS voldoet aan de PGS 37-1;  
  • Van belang is dat er temperatuur-/rookdetectie aanwezig is die ervoor zorgt dat de EOS en de aangesloten aggregaat uitgeschakeld worden bij overschrijding van een ingestelde detectiegrens; 
  • Zorg ervoor dat de installatie minimaal 20 meter van plaatsen met mensen staat. Voorwaarde hierbij is dat de mensen direct gealarmeerd worden als er in de EOS een detectie van storing/warmte/rook plaatsvindt.