Ga naar de inhoud

Bakwagens/-kramen

Feesten en festivals zonder bakwagens/-kramen zijn zeldzaam. Het plaatsen van een bakwagen/-kraam neemt voor een organisatie veelal de zorg uit handen als het gaat om het aanbieden van voedsel. Het plaatsen van bakwagens/-kramen is echter niet zonder risico. Deze risico’s kun je verkleinen of wegnemen. Hoe? In deze factsheet lichten we een aantal belangrijke voorschriften en adviezen toe. 

Plaatsbepaling van bakwagens/-kramen

  • Plaats bakwagens/bakkramen met een gasinstallatie of waarin gefrituurd wordt op een minimale afstand van 2,0 meter van andere kramen, tenten of andere bouwsels (en plaats deze dus niet in een tent); 
  • Plaats bakwagens/bakkramen op een minimale afstand van 2,5 meter van gebouwen; 
  • Plaats bakkramen/bakkramen met een gasinstallatie en waarin gefrituurd wordt op een minimale afstand van 5 meter van gebouwen; 
  • Een kortere afstand is toegestaan bij een stenen gevel zonder raam (60 minuten brandwerend) of wanneer een automatische blusinstallatie aanwezig is. Overleg dit altijd met de vergunningverlener;  
  • Plaats bakwagens aan de kopse kant van de straat/ van een reeks met kramen; 
  • Plaats bakwagens/ -kramen niet op putdeksels van ondergrondse brandkranen;  
  • Plaats bakwagens/ -kramen zodanig, zodat het vluchten uit gebouwen en tenten mogelijk blijft.  

Maatregelen voor de brandbestrijding 

  • Zorg dat elke bakwagen een eigen, geschikt en goedgekeurd blusmiddel heeft met een inhoud van tenminste 6 kilogram of 6 liter blusstof; 
  • Bij verwarmingsapparatuur voor olie of vet hoort een goed passende en hanteerbare deksel aanwezig te zijn die de beginnende brand volledig kan afdekken. Blus nooit met water. Dit is levensgevaarlijk. 

Gebruik van gas 

  • Gasflessen in de opslag mogen een totale waterinhoud van maximaal 125 liter hebben; 
  • Plaats de gasfles niet in direct zonlicht of dicht bij een warmtebron, zoals een open vuur of kachel; 
  • Plaats een (ongebruikte) gasfles altijd in een goed geventileerde ruimte, bij voorkeur buiten; 
  • De verbinding/ slang tussen een gastank of gasfles en gasverbruikstoestel is niet uitgedroogd, vertoont geen andere beschadigingen en is niet ouder dan 10 jaar of dan het aantal jaren dat volgens de productspecificatie als levensduur kan worden aangehouden. 

Aandachtspunten voor de aanvraag 

  • Geef aan wat de afstand is ten opzichte van gebouwen of andere bouwsels (zoals kramen); 
  • Geef aan of er een gasinstallatie of elektrische installatie in de bakkraam/ -wagen zit; 
  • Geef aan of er wel/ niet in de bakkraam/ -wagen gefrituurd wordt; 
  • Geef aan of de bakkraam/ -wagen voorzien is van een automatische blusinstallatie. 

Meer voorschriften 

Meer relevante voorschriften, maar ook eventuele uitzonderingen, staan in de artikelen 4.10, 5.7, 5.11 en 5.15 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.