Wilma: "Ik zie vaak de angst in hun ogen"
Zorgambulanceverpleegkundige Wilma van Heerde uit Dokkum vervoert – naast de reguliere patiënten voor de planbare ambulancezorg - elke dag dat ze werkt coronapatiënten. Tijdens de eerste golf bracht ze, samen met de zorgambulancechauffeur, veel mensen met COVID-19 van Brabant naar Friesland. Nu heeft ze bij Kijlstra Ambulancezorg de handen vol aan het verplaatsen van Friese patiënten.Wilma was in maart vorig jaar één van de eersten die coronapatiënten moest evacueren van Brabant naar Fryslân. ,,Ik weet nog dat ze mij onder het eten belden met de vraag of ik dat wilde doen. Tuurlijk, zei ik meteen. Tegelijkertijd vroeg ik me af: waar heb ik ‘ja’ tegen gezegd?’’, vertelt Wilma.
Die eerste rit was spannend, maar ook bijzonder voor de zorgambulanceverpleegkundige. Ze had nog nooit zo’n wit, beschermend pak aan gehad. Onherkenbaar is ze als ze dat pak draagt. Je ziet alleen haar ogen. ,,Op de afdeling waar we onze patiënten moesten halen, zagen we allemaal van die ‘maanmannetjes’. Dat maakte indruk.’’
In het begin maakte Wilma nog veel verre ritten, maar sinds vorig najaar is ze vooral actief in de eigen regio. De Friezen hebben de bedden op de corona-afdelingen in de ziekenhuizen nu zelf nodig. ,,We vervoeren vooral veel patiënten vanuit het ziekenhuis naar het COVID-huis in Heerenveen waar patiënten naar toe gaan om te revalideren of om verder aan te sterken. Ze zijn dan te goed voor het ziekenhuis en stromen door naar dit COVID-huis. Ook brengen we mensen die weer ‘negatief’ zijn van daaruit naar huis. Zij worden dan met een erehaag en onder luid applaus uitgezwaaid. De laatste tijd hebben we het ook druk met het vervoeren van mensen van verzorgings- en verpleeghuizen naar ziekenhuizen en andersom.’’
Benauwd en angstig
Als verpleegkundige zit Wilma als enige achterin de ambulance om de patiënt te verzorgen en gerust te stellen. ,,Vooral dat laatste is erg belangrijk. Mensen met COVID19 zijn vaak benauwd, maar ook angstig. Niemand mag mee in de ambulance en ze zien ons alleen in dat vreselijke pak. Ik zie vaak de angst in hun ogen. Ze weten niet wat hun te wachten staat en er is geen familie mee. Dan is het aan mij de taak om ze gerust te stellen’’, zegt Wilma. Ze vindt haar werk in deze coronatijd zwaar en intensief. Want, wanneer stopt dit? Hoe lang houdt iedereen het nog vol?”
Veel leed
De ambulanceverpleegkundige ziet tijdens haar werk veel leed. Wat ze het moeilijkst vindt is dat mensen niet op die manier afscheid kunnen nemen zoals ze dat zouden willen. Ook is het voor Wilma lastig de familie duidelijk te maken dat zij niet mee mogen in de ambulance. ,,De meesten hebben er begrip voor, maar niet iedereen. Ik probeer de familie dan zoveel mogelijk gerust te stellen. Ik begrijp mensen ook wel. Het afscheid is heel zwaar, want wie weet zie je elkaar daarna nooit meer. Dankzij onze beschermende pakken mogen wij patiënten onderweg gelukkig wel aanraken. Ik merk dat mensen het fijn vinden dat ik een hand vastpak, of dat ik ze even over hun wang strijk.’’
Niet onderschatten
Door haar werk staat Wilma van Heerde anders in het COVID-verhaal dan veel andere mensen, zo merkt ze ook in haar omgeving. ,,Mensen die niet in de zorg werken of die in de familie niet met corona te maken hebben gehad, hebben soms de neiging om het te bagatelliseren. Ik probeer ze dan duidelijk te maken hoe ziek je van dit onzichtbare virus kunt worden. Laatst hielp ik een man van begin vijftig jaar. Hij kon amper vier stappen zetten. Door het virus had hij zó weinig energie. Je moet corona echt niet onderschatten.’’
Laatste wens
Bijzonder is het Wensvervoer dat Wilma zo nu en dan verricht. Dit doet ze naast haar werk, op vrijwillige basis. Kijlstra Ambulancezorg stelt daarvoor kosteloos een ambulance ter beschikking. Ze vervoeren dan mensen die een speciale laatste wens hebben. ,,Vorige week heb ik nog een echtpaar bij elkaar gebracht die allebei corona hadden. Samen met een collega-chauffeur bracht ik de vrouw naar haar man die in het ziekenhuis lag. Daar hebben ze afscheid van elkaar genomen. Ze waren allebei positief getest en die man was hartstikke ziek. Ze wisten dat ze elkaar nooit meer zouden zien. Dat was een beladen rit. Op de terugweg zei de vrouw met tranen in haar ogen tegen mij: heel erg bedankt. Op dat soort momenten voel ik mij een bevoorrecht mens dat ik dit werk mag doen.’’