René van der Kooy: crisisfunctionaris bij een op hol geslagen straaljager
1 juli 2021, 09:23: René van der Kooy krijgt op kantoor in Buitenpost een melding van een luchtvaartongeval. Een crash, scenario 1B om precies te zijn. Er blijkt een Belgische F-16 op hol te zijn geslagen. Een toestel dat vervolgens, nadat de piloot op zijn schietstoel gevlucht was, een gebouw inreed.Meteen laat René alles vallen en om 09:48 is hij als crisisfunctionaris (informatiemanager CoPI) aanwezig op de vliegbasis in Leeuwarden, keurig binnen het half uur. Zijn doel? Zorgen dat iedereen het juiste beeld heeft; constant de juiste actuele stand van zaken duidelijk hebben. Wij vroegen hem waarom dit zo belangrijk is en hoe hij te werk gaat tijdens een incident!
Een clustermanager bij de gemeente die alles moet laten vallen
René: “Mijn ‘normale’ werk is bij de Gemeente Achtkarspelen. Dat betekent dat ik in het dagelijks leven clustermanager ben van het cluster Beheer. Bij een incident binnen de gemeente zoals een zeer grote brand vervul ik ook een rol in de gemeentelijke crisisorganisatie om dingen te regelen aan de ruimtelijke kant. Dit vind ik ontzettend interessant. Toen ik dus een jaar of zes geleden merkte dat ik toe was aan een nieuwe uitdaging, ging ik op zoek naar iets naast mijn huidige werk dat hierop aansloot. Zo kwam ik met een nevenfunctie terecht bij VRF als informatiemanager CoPI. Dat houdt in dat beide werkgevers een overeenkomst tekenen voor een piketfunctie en ik à la minute weg kan zodra er een crisis is.”
Commando Plaats Incident
Van het AD tot de Telegraaf; alle nationale media rapporteerden over het incident op de vliegbasis in Leeuwarden. Logisch, want op die manier krijgen lezers een duidelijk beeld van de situatie. Ook voor crisisonderdelen op locatie, zoals bijvoorbeeld de politie, brandweer en zorgonderdelen, is een juist actueel beeld belangrijk. En daar is René voor: “Stel je voor wij zijn ter plaatse en er is ontploffingsgevaar waardoor we op minimaal vijftig meter afstand moeten blijven, dan is het wel handig dat alle betrokken partijen hiervan op de hoogte zijn. Dit is dus informatie die relevant is voor iedereen; en het is mijn taak om dit te delen en vast te leggen. CoPI staat voor Commando Plaats Incident. En als “gereedschap“ hebben we een mobiele commando-unit. Deze is standaard aanwezig bij een GRIP-incident en is mijn mobiele kantoor. Vanuit hier kan ik de computer bedienen en zorg ik dat het beeld van het incident duidelijk is. Dus; wat is er precies aan de hand, wat is er gevaarlijk, zijn er slachtoffers en wat zijn de effecten op de omgeving. Ik zorg vervolgens dat dit allemaal vastgelegd wordt in het LCMS (Landelijk Crisis Management Systeem) en op die manier kunnen ook crisisfunctionarissen op afstand meteen zien wat de actuele stand van zaken is.”
Een schietstoel en twee lichtgewonden, maar geen acuut gevaar
Bij een flitscrisis zoals deze is het de bedoeling dat René binnen dertig minuten aanwezig is vertelt hij: “Dat betekent dat ik eigenlijk direct onderweg ben in de piketauto. Ondertussen ben ik al bezig met het in kaart brengen van de situatie. Ik heb contact met mijn collega informatiemanager van het ROT (Regionaal Operationeel Team) en op de portofoon met de betrokken crisisfunctionarissen die zijn opgeroepen. Op die manier hoor ik al hoe de situatie op locatie is en creëren we een mooi startbeeld. Dit communiceer je dan zodat iedereen de situatie kent als je daadwerkelijk aankomt. Bij het incident op de vliegbasis hadden we aanrijdend al door dat het niet meer heel acuut was. De brandweer van de vliegbasis had de brand al geblust en wij konden bij de poort van de vliegbasis wachten totdat alle functionarissen en de MCU er waren om het terrein op te gaan. Hoewel er twee lichtgewonden waren; de piloot die zijn schietstoel had gebruikt en iemand die in het gebouw aanwezig was waar de F16-straaljager in reed, wisten we redelijk snel dat de situatie voor ons veilig was.”
Als het duidelijk is dat de situatie geen direct gevaar meer veroorzaakt, is het tijd om te kijken welke partijen nodig zijn om de situatie op te lossen: “Er moeten natuurlijk dingen onderzocht worden, dus de vraag is dan wie pakt dat op? In dit geval was dat een taak voor de vliegbasis zelf. Het voordeel was dat er al een rampbestrijdingsplan lag. Kortom: er is hier al nagedacht over hoe we omgaan met zulke situaties. Het grappige was dat er net een nieuw plan was geschreven voor na 1 augustus en ik dienst had met een collega die meegewerkt heeft aan dit plan. Daardoor konden we hier dus al eerder gebruik van maken. Een ander belangrijk aspect bij deze inzet was de voorlichting; want wat ga je communiceren aan het publiek. Al met al zijn in dit proces heel wat partijen betrokken. Dus naast de politie, brandweer, geneeskundigen ook de gemeente, het waterschap en een liaison van de vliegbasis en de Koninklijke Marechaussee.”
Samen iets vervelends zo goed mogelijk oplossen
Het eerste incident waarbij René als crisisfunctionaris betrokken was vond plaats in 2016. “Toevallig was dat niet zover hier vandaan. Toen crashte er een Zwitsers toestel net buiten de basis. Toen ik hier op 1 juli door de poort reed had ik daardoor wel een soort déjà vu-gevoel. Verder is het natuurlijk altijd dubbel als ik opgepiept word. Er is toch vaak iets vervelends aan de hand. Maar je weet dat je ervoor bent opgeleid en je vanuit je crisisrol iets kunt betekenen. Je draagt toch je steentje bij aan het oplossen van een incident en kunt daarmee de gevolgen zo klein mogelijk maken.”