Update zesde overleg overboord geslagen containers

05 maart 2020

Op woensdag 26 februari 2020 kwam het BWO+ voor de zesde keer bij elkaar. Tijdens dit overleg is met elkaar gesproken over de voortgang van de berging, het opruimen, de schadeafhandeling en de ecologische gevolgen. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.

1. Berging (inhoud van) containers

De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 26 februari 2020 als volgt:

  • Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.257.000 kilo afval in zee beland.
  • Tot dusverre is in totaal minstens 2.424.930 kilo afval geborgen. Dit is inclusief de in Duitsland geborgen lading, een schatting van de in de eerste dagen afgevoerde lading (die niet is gewogen en geregistreerd), de opgeviste lading middels Hot Spot Net Catching, en de extra bergingen naar aanleiding van de eerste drie controlesurveys.

Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat

2. Schadeafhandeling

Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en terreinbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe.

De onderhandelingen over de schadeafhandeling lopen nog steeds. Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat.

3. Opruimen en schoonmaken

Er wordt conform het opgestelde plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken gewerkt aan het zo goed mogelijk opruimen van de stranden, dijken en kwelders.

Nabij het Rif, een zandplaat tussen de Waddeneilanden Ameland en Schiermonnikoog, liggen nog steeds twee containers onder het zand. Eerder was vanwege het broedseizoen besloten om deze containers op een later moment te bergen; nu is het wachten op gunstig weer. Om de containers te kunnen bergen is een paar dagen oostenwind nodig. Op dit moment is dat niet het geval en staat het water te hoog, waardoor de aannemer niet met het materieel bij de containers kan komen. Zodra de weeromstandigheden dit toelaten worden de twee containers verwijderd. Het totaal aantal geborgen containers komt dan op 301.

Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat.

4. Ecologische gevolgen

Rijkswaterstaat heeft op basis van het uitgebrachte advies van de Waddenacademie opdracht gegeven voor het onderzoek naar de ecologische effecten op lange termijn.

Op 30 januari 2020 is een (tussen)rapportage met een korte stand van zaken en eerste beeld opgeleverd door het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek ter Zee en Wageningen University (Wageningen Marine Research). Dit stuk beschrijft het tot 1 januari 2020 uitgevoerde onderzoek, de eerste bevindingen en het geplande onderzoek in de periode januari 2020 – september 2020.

Er kunnen nog geen conclusies aan de notitie worden verbonden. In de komende periode wordt immers nog veel onderzoek uitgevoerd. Dit moet uiteindelijk resulteren in een eindrapport van de onderzoekers dat wordt verwacht in oktober van dit jaar. 
 
Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat

Zorgen over zuidelijke vaarroute

Hoewel het BWO+ zich uitsluitend bezighoudt met de afhandeling van de gevolgen van de overboord geslagen containers van de MSC Zoe, zijn tijdens het BWO+ overleg begrijpelijkerwijs ook actualiteiten die de containercalamiteit raken ter sprake gekomen. Het BWO+ heeft haar zorg uitgesproken over het gebruik van de zuidelijke vaarroute in de Noordzee tijdens stormachtig weer. Het BWO+ vindt het wenselijk dat ook scheepvaartverkeer dat vanuit Duitse wateren aan komt varen door de Duitse Kustwacht kan worden gewaarschuwd over de veiligste vaarroute tijdens stormachtig weer. 

Als de golfhoogten 5 meter of meer zijn op de Noordzee adviseert de Kustwacht schepen langer dan 300 meter en breder dan 40 meter om de noordelijke in plaats van de zuidelijke route boven de Waddeneilanden te nemen. De Kustwacht kan dat advies alleen geven aan schepen die vanuit het westen komen. Schepen die vanuit Duitsland aan komen varen hebben de keuze voor de zuidelijke vaarroute al gemaakt in Duits gebied. De Nederlandse Kustwacht kan deze schepen dus geen advies geven. 

Het schip OOCL Rauma, dat op 11 februari 2020 op 43 kilometer boven Ameland tijdens slechte weersomstandigheden zeven containers verloor, kwam uit Duitse wateren (via de zuidelijke route). Het schip werd dus niet opgeroepen door de Kustwacht. Dat zou overigens ook niet zijn gebeurd als het schip vanuit het westen was gekomen, omdat de OOCL Rauma 179 meter lang is. De Kustwacht geeft alleen schepen langer dan 300 meter en breder dan 40 meter een routeadvies bij slecht weer.