Update overboord geslagen containers
Op woensdag 24 april 2019 kwam het BWO+ voor de tweede keer bij elkaar. Tijdens dit overleg is met elkaar gesproken over de voortgang van de berging, het opruimen, de schadeafhandeling en de ecologische gevolgen. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.
1. Berging (inhoud van) containers
De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 22 april 2019 als volgt:
- In totaal zijn 342 containers van de MSC Zoe overboord geslagen.
- In 2 van de overboord geslagen containers zaten gevaarlijke stoffen. In de Noordzee is op Duits grondgebied de container met dibenzoylperoxide gelokaliseerd en geborgen. De locatie van de container met lithium-ion-batterijen is nog niet vastgesteld.
- Ongeveer 2/3 van de verloren lading is in de Nederlandse wateren beland en 1/3 op Duits grondgebied. MSC beschouwt de berging in beide landen als één operatie. De Duitse overheid hanteert dezelfde uitgangspunten voor berging en afhandeling als in Nederland worden toegepast.
- In het Waddenzeegebied zijn 19 containers geborgen.
- Er zijn 269 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen.
- Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.436 ton afval in zee beland (containers en inhoud).
- Tot nu toe is minstens 2.068 ton afval afgevoerd van het Duitse- en Nederlandse deel van de Noordzee, Waddeneilanden en het vaste land.
Berging door vissers
Door de verzekeraar en de reder worden een aantal vissers ingezet om tijdens de bergingswerkzaamheden vrijgekomen drijvend afval op te vissen. Vissers kunnen met een certificaat van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) drijfvuil van MSC Zoe opruimen. Daarnaast is het Bergingsbedrijf (BMT) momenteel in overleg met de visserijsector (Nederlandse Vissersbond) over de mogelijkheden voor vissers om te helpen bij het opruimen van afval op de zeebodem. Daarbij wordt er eerst gekeken naar opties voor een pilot met één visserskotter.
Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat.
2. Schadeafhandeling
Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en natuurbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe.
De onderhandelingen over de schadeafhandeling met MSC en hun verzekeraar zijn nog steeds gaande. Hierbij wordt ook gekeken naar een extra vergoeding voor het 'Fishing for Litter' project.
Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat.
3. Opruimen en schoonmaken
Er wordt conform het opgestelde plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken gewerkt aan het zo goed mogelijk opruimen van de stranden, dijken en kwelders.
Bij alle strandovergangen van de Waddeneilanden staan containers waarin bezoekers van het strand afval kunnen deponeren. Hierin wordt echter vrij weinig afval verzameld, omdat er de laatste tijd relatief weinig aanspoelt op het strand. Ook op de zeedijken en in de kwelders spoelt momenteel niet veel afval aan. Veel aandacht is besteed aan de kleine plastic deeltjes. Op o.a. Schiermonnikoog is succesvol gewerkt om met een speciaal voor dit doel ontwikkelde 'maaiklepelzuiger' om zoveel mogelijk van dit plastic uit het zand te filteren. Vanwege het broedseizoen is daar nu tijdelijk mee gestopt.
Tot en met de maand maart is in elk geval de volgende hoeveelheid afval verzameld op de eilanden en de kust:
- Texel: 6 ton
- Vlieland: 60 ton
- Terschelling: 251 ton
- Ameland: 354 ton
- Schiermonnikoog: 266 ton
- Nederlandse kust: 57 ton
- Totaal: 994 ton
Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat.
4. Ecologische gevolgen
Het Regiecollege Waddengebied (RCW) doet in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek naar de ecologische gevolgen van de overboord geslagen containers. Hierbij zijn meerdere partijen betrokken, waaronder de Waddenacademie.
Uit het onderzoek moet blijken of de overboord geslagen containers directe schade opleveren voor de getroffen natuurgebieden, maar ook wat de gevolgen op langere termijn zijn. Meer hierover is te lezen in de Kamerbrief van Minister Schouten (LNV) van 26 maart 2019 en de Kamerbrief van Minister van Nieuwenhuizen (I&W) van 29 maart 2019.
Geen verband tussen dode zeekoeten en containers
Uit onderzoek naar de doodsoorzaak van de zeekoeten die in januari 2019 zijn aangespoeld blijkt dat de vogels niet zijn gestorven als gevolg van het containerincident. De conclusie die de onderzoekers trekken is dat verhongering de oorzaak is geweest van de massale vogelsterfte onder de zeekoeten.
Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat.