Overboord geslagen containers

In de nacht van 1 op 2 januari 2019 heeft het schip MSC Zoë 342 containers in de Noordzee verloren. Hiervan zijn de meeste inmiddels gelokaliseerd. Waarschijnlijk zijn ze door het stormachtige weer van het schip afgevallen.

Voor het laatst aangepast: 28 januari 2021, 11:20 uur

Wat is er gebeurd?

De MSC Zoë is bijna 400 meter lang en een van de grootste containerschepen ter wereld. In de nacht van 1 op 2 januari zijn in de Noordzee boven de Waddeneilanden 342 containers van het schip overboord geslagen. Deze containers zijn voornamelijk gevuld met auto-onderdelen, speelgoed en meubels. Veel van deze inhoud en een aantal containers zijn aangespoeld op de Friese Waddeneilanden en aan de Waddenkust in Fryslân en Groningen. Inmiddels zijn 299 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen.

Na het incident zijn de stranden, dijken en kwelders zo goed mogelijk opgeruimd. Hiervoor was een speciaal plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken opgesteld. Er is met MSC onderhandeld over de schadeafhandeling. Daarnaast liepen er nog meerdere onderzoeken naar de oorzaak en gevolgen van de overboord gevallen containers. 

Onderzoeken en evaluaties

  1. Onderzoek naar zeewaardigheid schip
    De Duitse havenautoriteiten hebben onderzoek gedaan naar de zeewaardigheid van het schip. Dit wordt gedaan als zich een incident heeft voorgedaan. De havenautoriteiten geven het schip vrij als aan alle voorschriften is voldaan. Met het vertrek van de MSC Zoe van Bremerhaven naar Gdansk is dit onderzoek afgerond.

  2. Strafrechtelijk onderzoek
    Het Team Maritieme Politie en de Inspectie voor Leefomgeving voeren het strafrechtelijk onderzoek uit naar de overboord geslagen containers van het containerschip MSC Zoe. Het onderzoek staat onder leiding van een officier van justitie van het Functioneel Parket. Het is nog niet bekend wanneer dit onderzoek wordt afgerond.

  3. Onderzoek naar overboord geslagen containers en vaarroute
    De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzoek gedaan naar de overboord geslagen containers van het schip MSC Zoe. De Raad richtte zich hierbij met name op de gevolgen van het ongeval, de lokale situatie in het Nederlandse Waddengebied en de vaarroute van het schip. Het rapport is op 25 juni 2020 gepubliceerd. 
    De Onderzoeksraad voor Veiligheid is een zelfstandig bestuursorgaan en opereert onafhankelijk van de Nederlandse overheid en andere partijen. De Raad besluit zelf welke voorvallen en onderwerpen worden onderzocht. Het doel van alle onderzoeken is om te leren van voorvallen en aanbevelingen te doen om de veiligheid te verbeteren. De onderzoeken van de Raad gaan niet in op schuld of aansprakelijkheid. 

  4. Onderzoek naar de oorzaak
    Onder leiding van Panama, onder wiens vlag het schip voer, heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid samen met Duitsland de toedracht van het voorval onderzocht. Het land onder wiens vlag een schip vaart wordt ook geacht onderzoek te doen. De resultaten van dit onderzoek zijn op 25 juni 2020 gepubliceerd.

  5. Onderzoek naar effecten plasticverontreiniging
    Rijkswaterstaat is samen met de Waddenacademie een onderzoek gestart naar de (middel)langetermijneffecten van de plasticverontreiniging op de Waddenzee, als gevolg van de overboord geslagen containers. Op 30 januari 2020 is een (tussen)rapportage met een korte stand van zaken en eerste beeld opgeleverd door het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek ter Zee en Wageningen University (Wageningen Marine Research).

  6. Evaluatie van de crisisorganisatie
    Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) heeft de evaluatie van de crisisorganisatie met betrekking tot de overboord geslagen containers van MSC Zoë uitgevoerd. Het evaluatierapport is op 20 juni 2019 gepresenteerd.

  7. Onderzoek naar aanpak Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
    Het IFV heeft ook onderzoek gedaan naar de aanpak van de containercalamiteit door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De resultaten hiervan zijn op 20 juni 2019 gepubliceerd.

  8. Onderzoek naar mogelijkheid track and trace
    Het TNO heeft in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om track and trace (chips) toe te passen op containers. 

  9. Onderzoek naar naleving regelgeving sjorren containers
    De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft de naleving aan de regelgeving voor het vastzetten (sjorren) en stuwen van containers op zeeschepen onderzocht. Dit rapport is op 14 mei 2020 gepubliceerd.

Updates

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft definitief een overeenstemming bereikt met de Mediterranean Shipping Company (MSC) over de afhandeling van de schade. De MSC Zoe verloor op 2 januari 2019 342 containers boven de Waddeneilanden. 


De reder van het schip moet, naast de kosten die MSC zelf heeft gemaakt voor de opsporing en berging van verloren containers en lading, in totaal het bedrag van €3.421.568 aan schade vergoeden. Dit bedrag is de vergoeding van de kosten die het Rijk en andere partijen hebben gemaakt bij het bestrijden van deze containerramp en voor kosten die mogelijk in de toekomst nog kunnen ontstaan omdat bij de bergingsoperatie niet alle verloren lading kon worden opgeruimd. MSC heeft het totaalbedrag van €3.421.568 inmiddels voldaan.

Bijdrage aan Fishing for Litter

Met de bergingsoperatie is niet alle verloren lading terug gevonden. In totaal werden 299 containers, of delen van (unieke) containers geborgen. Nog resterende ladingresten zullen onder andere worden aangepakt door het ‘Fishing for Litter’-project, waarbij afval dat als ‘bijvangst’ in de netten van vissers belandt aan land wordt gebracht en wordt verwerkt. MSC draagt daarom van het totaalbedrag €268.000 bij aan Fishing for Litter.

Door de dynamiek van de zeebodem kunnen ladingrestanten van de MSC Zoe die bij bergingsoperatie niet zijn gedetecteerd en opgeruimd alsnog tevoorschijn komen. MSC betaalt €217.800 zodat eventuele toekomstige zeebergingen door het Rijk daaruit kunnen worden bekostigd en, daarnaast, €800.000 voor eventuele toekomstige schoonmaakactiviteiten op de stranden. Rijkswaterstaat maakt hiervoor met de Waddeneilandgemeenten en de in aanmerking komende belangenorganisaties afspraken over de verdere samenwerking en de eventuele inzet voor het geval ladingresten van de MSC Zoe op de stranden aanspoelen.

Ecologisch-juridisch onderzoek

MSC draagt verder nog de helft van de kosten van een ecologisch-juridisch onderzoek, een bedrag van €525.479, dat wordt uitgevoerd om te bepalen of sprake is van milieuschade. De uitkomsten van dit onderzoeken worden in het eerste kwartaal verwacht. De verzekeraar van MSC staat verder tot een bedrag van €7 miljoen garant indien komt vast te staan dat zodanige milieuschade is ontstaan, dat de containerramp met de MSC Zoe daarvan de oorzaak is en MSC daarvoor aansprakelijk kan worden gehouden.

Alle claims door MSC voldaan

Voor de Noordzee en de Waddenzee is Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en zijn we beheerder van de bodem. Vanuit deze rol heeft Rijkswaterstaat MSC direct na het overboord slaan van de 342 containers aansprakelijk gesteld voor schade van de containerramp, en afspraken gemaakt met de verzekeraar van MSC over het bergen van de containers. Daarnaast coördineerde Rijkswaterstaat de schadeafhandeling voor andere overheden en terreinbeherende natuurorganisaties in het Waddengebied. Hiervoor werd een speciaal schadeloket ingericht. Namens 26 partijen werd vervolgens een claim van € 855.473. ingediend bij MSC. Op basis van de overeenkomst die de minister heeft gesloten met MSC betaalde de reder dit bedrag en hiermee zijn alle claims door MSC voldaan.

Zie ook het originele bericht op de website van Rijkswaterstaat en de brief van 28 januari 2021 aan de Tweede Kamer over de schadeafhandeling.

Op dinsdag 8 december 2020 werd melding gedaan van containers in de Duitse Noordzee, ongeveer 100 mijl boven Schiermonnikoog. Deze informatie heeft Veiligheidsregio Fryslân ook ontvangen. De Friese crisisorganisatie staat hierover in contact met de Kustwacht en Rijkswaterstaat. 

Het Duitse kustwachtcentrum is samen met de Duitse crisisorganisatie verantwoordelijk voor de aanpak van dit incident. Vooralsnog zijn er geen acties voor Veiligheidsregio Fryslân.

Waddengebied moet beter worden beschermd tegen containerverlies, concludeert OVV

Het Waddengebied moet beter beschermd worden tegen containerverlies op de vaarroutes die de eilanden noordelijk passeren. Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat de vaarroutes boven de Waddeneilanden bij noordwesterstorm zeer risicovol zijn voor grote, brede containerschepen. De Onderzoeksraad concludeert dat, gezien de waarde van het Waddengebied, het ongewenst is dat deze containerschepen bij noordwesterstorm de zuidelijke route langs de Waddenkust kiezen.

Bekijk hier de video "Lessen na het containerverlies van de MSC ZOE."

Lees hier meer over het onderzoek, de conclusies en aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

Inspectie: 67% van schepen overtreedt regels voor laden en vastzetten containers

Uit een thema-inspectie van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in 2019 blijkt dat 67% van de schepen 1 of meer regels voor het laden en vastzetten van containers en de toepassing van sjormateriaal overtreedt. 36% van de gecontroleerde schepen heeft de containers niet vastgezet volgens de voorschriften van het Cargo Securing Manual. Tegelijk is bekend dat het aantal incidenten met overboord geslagen containers klein is. Dit staat in het rapport Sjorren van containers op zeeschepen van de ILT dat minister Van Nieuwenhuizen op 14 mei 2020 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Lees hier het volledige artikel.

Op woensdag 26 februari 2020 kwam het BWO+ voor de zesde keer bij elkaar. Tijdens dit overleg is met elkaar gesproken over de voortgang van de berging, het opruimen, de schadeafhandeling en de ecologische gevolgen. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.

1. Berging (inhoud van) containers

De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 26 februari 2020 als volgt:

  • Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.257.000 kilo afval in zee beland.
  • Tot dusverre is in totaal minstens 2.424.930 kilo afval geborgen. Dit is inclusief de in Duitsland geborgen lading, een schatting van de in de eerste dagen afgevoerde lading (die niet is gewogen en geregistreerd), de opgeviste lading middels Hot Spot Net Catching, en de extra bergingen naar aanleiding van de eerste drie controlesurveys.

Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat

2. Schadeafhandeling

Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en terreinbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe.

De onderhandelingen over de schadeafhandeling lopen nog steeds. Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat.

3. Opruimen en schoonmaken

Er wordt conform het opgestelde plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken gewerkt aan het zo goed mogelijk opruimen van de stranden, dijken en kwelders.

Nabij het Rif, een zandplaat tussen de Waddeneilanden Ameland en Schiermonnikoog, liggen nog steeds twee containers onder het zand. Eerder was vanwege het broedseizoen besloten om deze containers op een later moment te bergen; nu is het wachten op gunstig weer. Om de containers te kunnen bergen is een paar dagen oostenwind nodig. Op dit moment is dat niet het geval en staat het water te hoog, waardoor de aannemer niet met het materieel bij de containers kan komen. Zodra de weeromstandigheden dit toelaten worden de twee containers verwijderd. Het totaal aantal geborgen containers komt dan op 301.

Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat.

4. Ecologische gevolgen

Rijkswaterstaat heeft op basis van het uitgebrachte advies van de Waddenacademie opdracht gegeven voor het onderzoek naar de ecologische effecten op lange termijn.

Op 30 januari 2020 is een (tussen)rapportage met een korte stand van zaken en eerste beeld opgeleverd door het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek ter Zee en Wageningen University (Wageningen Marine Research). Dit stuk beschrijft het tot 1 januari 2020 uitgevoerde onderzoek, de eerste bevindingen en het geplande onderzoek in de periode januari 2020 – september 2020.

Er kunnen nog geen conclusies aan de notitie worden verbonden. In de komende periode wordt immers nog veel onderzoek uitgevoerd. Dit moet uiteindelijk resulteren in een eindrapport van de onderzoekers dat wordt verwacht in oktober van dit jaar. 
 
Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat

Zorgen over zuidelijke vaarroute

Hoewel het BWO+ zich uitsluitend bezighoudt met de afhandeling van de gevolgen van de overboord geslagen containers van de MSC Zoe, zijn tijdens het BWO+ overleg begrijpelijkerwijs ook actualiteiten die de containercalamiteit raken ter sprake gekomen. Het BWO+ heeft haar zorg uitgesproken over het gebruik van de zuidelijke vaarroute in de Noordzee tijdens stormachtig weer. Het BWO+ vindt het wenselijk dat ook scheepvaartverkeer dat vanuit Duitse wateren aan komt varen door de Duitse Kustwacht kan worden gewaarschuwd over de veiligste vaarroute tijdens stormachtig weer. 

Als de golfhoogten 5 meter of meer zijn op de Noordzee adviseert de Kustwacht schepen langer dan 300 meter en breder dan 40 meter om de noordelijke in plaats van de zuidelijke route boven de Waddeneilanden te nemen. De Kustwacht kan dat advies alleen geven aan schepen die vanuit het westen komen. Schepen die vanuit Duitsland aan komen varen hebben de keuze voor de zuidelijke vaarroute al gemaakt in Duits gebied. De Nederlandse Kustwacht kan deze schepen dus geen advies geven. 

Het schip OOCL Rauma, dat op 11 februari 2020 op 43 kilometer boven Ameland tijdens slechte weersomstandigheden zeven containers verloor, kwam uit Duitse wateren (via de zuidelijke route). Het schip werd dus niet opgeroepen door de Kustwacht. Dat zou overigens ook niet zijn gebeurd als het schip vanuit het westen was gekomen, omdat de OOCL Rauma 179 meter lang is. De Kustwacht geeft alleen schepen langer dan 300 meter en breder dan 40 meter een routeadvies bij slecht weer.

Op woensdag 27 november 2019 kwam het BWO+ voor de vijfde keer bij elkaar. Tijdens dit overleg is met elkaar gesproken over de voortgang van de berging, het opruimen, de schadeafhandeling en de ecologische gevolgen. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.

1. Berging (inhoud van) containers

De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 27 november 2019 als volgt:

  • In totaal zijn 342 containers van de MSC Zoe overboord geslagen. 
  • Er zijn 299 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen. Daarnaast liggen nabij het Rif twee containers die nog moeten worden geborgen. 
  • Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.257.000 kilo afval in zee beland.
  • Tot dusverre is in totaal minstens 2.424.930 kilo afval geborgen.
  • In week 34 (19-25 augustus jl.) is controlesurvey 4 uitgevoerd. Deze vierde controlesurvey is uitgevoerd in een groter gebied dan de voorgaande controlesurveys. Het resultaat was een relatief beperkt aantal nieuwe targets, namelijk 34, die mogelijk afkomstig zouden kunnen zijn van de MSC Zoe. Eind oktober heeft een bergingsschip in opdracht van MSC deze 34 targets nader bekeken. Er bleken er 15 afkomstig te zijn van de Msc Zoe. Deze 15 objecten zijn vervolgens in opdracht van MSC geborgen.
  • Op 11 november hebben de Duitse autoriteiten aangegeven dat de bergingsactiviteiten in het Duitse gebied zijn beëindigd, omdat objecten afkomstig van de MSC Zoe geen gevaar voor de scheepvaart (meer) vormen.

Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat

2. Schadeafhandeling

Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en terreinbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe.

Openstaande claims

Het totaal aan nog openstaande claims bij MSC bedraagt € 1,93 miljoen. Het grootste deel hiervan betreft kosten die het Rijk heeft gemaakt. Hierover wordt nog onderhandeld met MSC. 

Om te voorkomen dat de Waddeneilandgemeenten nu nog langer op hun geld moeten wachten heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) aangeboden het door de Waddeneilandgemeenten geclaimde bedrag van ca. € 109.000,- voor te schieten. Hiervoor worden nu de laatste administratieve zaken afgehandeld, waarna het geld snel aan de Waddeneilandgemeenten kan worden overgemaakt. MSC zal uiteindelijk echter de schade zélf moeten vergoeden. Het voorgeschoten bedrag zal dus nog steeds onverkort bij MSC worden geclaimd.

Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat

3. Opruimen en schoonmaken

Er wordt conform het opgestelde plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken gewerkt aan het zo goed mogelijk opruimen van de stranden, dijken en kwelders.

Nabij het Rif, een zandplaat tussen de Waddeneilanden Ameland en Schiermonnikoog, liggen nog twee containers onder het zand. In verband met het broedseizoen is eerder besloten om deze containers op een later moment te bergen. Zodra de weeromstandigheden dit toelaten zal MSC deze containers nabij Het Rif laten verwijderen. Het totaal aantal geborgen containers komt dan op 301.

Nadat de ergste vervuiling in de eerste weken van januari van dit jaar met vereende krachten is geruimd, is er onder coördinatie van Rijkswaterstaat met de betrokken overheden en terreinbeherende natuurorganisaties een plan van aanpak Opruimen & Schoonmaken vastgesteld. Het plan van aanpak heeft een looptijd tot medio 2020 en kan zo nodig worden verlengd. Hierdoor is geborgd dat niet alleen het reeds aangetroffen afval wordt verwijderd, maar ook dat nog aan te spoelen afval goed en snel wordt opgeruimd. Hierbij wordt rekening gehouden met het broedseizoen en andere bijzondere omstandigheden, zoals het stormseizoen. Het uitgangspunt is dat MSC verantwoordelijk is voor het opruimen van materiaal afkomstig van de MSC Zoe dat op de stranden aanspoelt. Hierover worden afspraken met MSC gemaakt.

Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat

4. Ecologische gevolgen

Rijkswaterstaat heeft op basis van het uitgebrachte advies van de Waddenacademie opdracht gegeven voor het onderzoek naar de ecologische effecten op lange termijn.

Uit het onderzoek moet blijken wat de effecten van aangespoelde kleine plastic deeltjes zijn op de fauna. Ook moet het onderzoek aantonen welke maatregelen genomen moeten worden om de waarden van het UNESCO Werelderfgoed Waddenzee te behouden en ontwikkelen.
 
In januari wordt een rapportage verwacht met een korte stand van zaken en een eerste beeld. In oktober 2020 wordt de integrale eindrapportage van het onderzoek naar ecologische gevolgen verwacht.   
 
Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat

Minister Van Nieuwenhuizen heeft op 27 november 2019 de Tweede Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken rond de afhandeling van de containerramp met de Msc Zoe begin 2019.

De brief van de minister is hier te lezen op de website van de Rijksoverheid.

Op woensdag 16 oktober 2019 kwam het BWO+ voor de vierde keer bij elkaar. Tijdens dit overleg is met elkaar gesproken over de voortgang van de berging, het opruimen, de schadeafhandeling en de ecologische gevolgen. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.

1. Berging (inhoud van) containers

De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 8 oktober 2019 als volgt:

  • In totaal zijn 342 containers van de MSC Zoe overboord geslagen. 
  • Er zijn 299 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen. 
  • Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.200.000 kilo afval in zee beland.
  • Tot dusverre is in totaal minstens 2.424.930 kilo afval geborgen. Dit is inclusief de verwerking van de geborgen hoeveelheid aan Duitse zijde, de ingeschatte hoeveelheid lading meegenomen door particulieren (jutten) en de ingeschatte hoeveelheid afval afgevoerd in de eerste dagen, wat niet was gewogen en geregistreerd.
  • In de periode 14 t/m 21 juli heeft MSC een bergingsschip ingezet om de bij de eerste twee controle-surveys gesignaleerde lading te bergen. Op zestig plekken zijn grote objecten naar boven gehaald. Dit is afgevoerd naar Harlingen. De derde controle-survey is in de periode van 24 t/m 30 juli uitgevoerd door Rijkswaterstaat. De berging n.a.v. deze controle-survey heeft in totaal 22.920 kg opgebracht (opgenomen in subtotaal). In week 34 is de vierde controle-survey uitgevoerd. Hier moet nog een bergingsactie op volgen door MSC. Ca. 34 objecten zijn gelokaliseerd als mogelijk afkomstig van de verloren lading. Deze worden op korte termijn geborgen.
  • De survey en berging in de Duitse wateren is afgerond. Een bergingschip is hier bezig geweest met werkzaamheden, in opdracht van de Duitse collega's van Rijkswaterstaat. 

Berging door vissers en duikers

Op 2 juli 2019 is gestart met de pilot Hot Spot Net Catching. Hierbij wordt met een speciaal geprepareerd net (aangepast net met een boomkor) kleiner materiaal dat op de zeebodem ligt, opgevist. Het visserschip LO 28 heeft t/m 16 september in totaal 18.870 kg opgevist en geborgen. 

De Stichting Duik de Noordzee Schoon heeft naar eigen inschatting 500 kg opgevist (niet opgenomen in sub-totaal). Zij zijn vanuit Rijkwaterstaat ondersteund met data en hebben vooral plaatsen bezocht waar berging of vissersschepen niet kunnen komen, zoals wrakken.

Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat.

2. Schadeafhandeling

Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en terreinbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe.

Ingediende claims

In totaal is er bijna € 3,35 miljoen aan schade geclaimd bij MSC, door 20 partijen. Deze schadeclaim bestaat uit € 2,64 miljoen van het Rijk, o.a. vanwege de inzet van groot materieel (schepen). De gemeenten en terrein beherende organisaties hebben ca. € 700.000,-  geclaimd en hiervan hebben de vijf eilandgemeenten een bedrag van € 280.000,- gedeclareerd.

Wat is er inmiddels betaald en welk bedrag staat nog open?

  • Rond 26 juni 2019 is namens MSC circa € 600.000,- betaald. Over een aantal schadeposten had (de verzekeraar van) MSC nog aanvullende vragen die moesten worden beantwoord, voordat MSC tot vergoeding kon overgaan. In juli / augustus 2019 hebben de meeste partijen de aanvullende vragen en bezwaren van de verzekeraar op hun claim beantwoord. 
  • Bij nader onderzoek bleek € 320.000 bleek dubbel te zijn geclaimd en al rechtstreeks door MSC te zijn betaald aan de betreffende bedrijven. 
  • Verder is nog eens circa € 480.000 door de betreffende partijen als claim ingetrokken.

Het totaal aan openstaande claims bedraagt nu nog € 1,93 miljoen. Het grootste deel hiervan betreft kosten die het Rijk heeft gemaakt. Hierover wordt nog onderhandeld met MSC.

Schade bij vissers

Ook vissers hebben schade geleden als gevolg van verloren lading van de MSC Zoë. De afhandeling van deze schades heeft inmiddels plaats gevonden. De vissers met aantoonbare schade door de verloren lading hebben een regeling hebben getroffen met MSC voor de vergoeding van deze schade.

Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat.

3. Opruimen en schoonmaken

Er wordt conform het opgestelde plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken gewerkt aan het zo goed mogelijk opruimen van de stranden, dijken en kwelders.

Voor aangespoelde lading is MSC nog steeds verantwoordelijk. Rijkswaterstaat coördineert dit. In het gebied zijn vier opruim-coördinatoren actief, die in rechtstreeks contact staan met BMT, de partij die het opruimen regelt voor MSC. Deze coördinatoren kunnen BMT rechtstreeks inschakelen als er lading wordt aangetroffen. 

Nabij het Rif ligt nog een container onder het zand; deze kan nu het broedseizoen voorbij is met groot materieel worden verwijderd. MSC is opgedragen de container te verwijderen.
 
Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat.

4. Ecologische gevolgen

Het Regiecollege Waddengebied (RCW) doet in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek naar de ecologische gevolgen van de overboord geslagen containers. Hierbij zijn meerdere partijen betrokken, waaronder de Waddenacademie.

Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft de Waddenacademie een advies gemaakt over hoe de lange termijneffecten van het overboord geslagen materiaal onderzocht kunnen worden. De Waddenacademie adviseert om dit onderzoek in eerste instantie te richten op microplastics en hun impact op het ecosysteem, waaronder planten en dieren, van de Waddenzee. Dit advies is overgenomen en de monitoring is gestart. Een eerste resultaat wordt in december 2019 verwacht. 

Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat.

Rijkswaterstaat is in augustus 2019 begonnen met het vervolg van de pilot Hot Spot Net Catching om klein afval op te vissen dat afkomstig is van de MSC Zoe. Een vissersschip, in bezit van de benodigde ontheffingen en certificering, gaat in de verkeersbaan op de Noordzee verder met het bevissen van de zogeheten hot spots.

Met aangepaste netten wordt in augustus en september 2019 in totaal 18 dagen op de Noordzee naar klein afval gevist dat zich op of net onder de zeebodem bevindt.

Vervolg pilot bij Ameland en Schiermonnikoog

Tijdens de pilot in juli 2019 bleek dat op 2 van de 3 hotspots, boven de eilanden Ameland en Schiermonnikoog, het naar boven halen van afval het meest kansrijk is. Op deze hotspots is tijdens de pilot ruim 5000 kg afval opgevist en aan land gebracht. Rijkswaterstaat laat daarom de komende weken in deze 2 gebieden verder naar klein afval vissen.

Veiligheid bemanning en het schip

Gedurende de werkzaamheden in de verkeersbaan wordt het vissersschip bijgestaan door een guardschip om de veiligheid van de bemanning en het schip en de langsvarende schepen te bewaken. Rijkswaterstaat stelt op deze manier alles in het werk om zoveel mogelijk achtergebleven afval uit de containers van de MSC Zoe van de Noordzeebodem te halen.

Bron: Rijkswaterstaat

Op woensdag 10 juli 2019 kwam het BWO+ voor de derde keer bij elkaar. Tijdens dit overleg is met elkaar gesproken over de voortgang van de berging, het opruimen, de schadeafhandeling en de ecologische gevolgen. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.

Berging (inhoud van) containers

De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 10 juli 2019 als volgt:

  • In totaal zijn 342 containers van de MSC Zoe overboord geslagen. 
  • Er zijn 295 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen. 
  • Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.200.000 kilo afval in zee beland.
  • Tot dusverre is minstens 2.383.140 kilo afval geborgen. 
  • Er moet nog een deel van de geborgen hoeveelheid aan Duitse zijde worden verwerkt. Daarnaast moet er nog een inschatting worden gemaakt van de hoeveelheid lading dat is meegenomen door particulieren (tijdens het jutten) en de hoeveelheid afval die in de eerste dagen wel is afgevoerd, maar niet is gewogen en geregistreerd.
  • Rijkswaterstaat heeft controle-surveys uitgevoerd. De daaruit voortkomende data is verwerkt en MSC gaat met deze resultaten aan de slag. Dit kan opnieuw aanleiding geven tot bergingswerkzaamheden. Hiervoor heeft MSC dan ook een bergingsschip gereserveerd. Daarna voert Rijkswaterstaat weer een controle-survey uit.

Berging door vissers

Op 2 juli 2019 is gestart met de pilot Hot Spot Net Catching. Hierbij wordt met een speciaal geprepareerd net (aangepast net met een boomkor) kleiner materiaal dat op de zeebodem ligt, opgevist. De pilot duurt ongeveer 14 dagen en start op drie plekken in de verkeersbaan op de Noordzee boven de Waddeneilanden. Op deze locaties, de zogenoemde hot spots, zijn in de nacht van 1 op 2 januari de meeste containers overboord geslagen.

Als eerste is een bergingsschip gestart, daarnaast wordt ook een vissersschip ingezet. Dit laatste is afhankelijk van het verkrijgen van de benodigde ontheffingen en certificering om als vissersschip veilig bergingswerkzaamheden te mogen uitvoeren. Tijdens de werkzaamheden in de verkeersbaan wordt het bergingsschip bijgestaan door een guard-schip om zowel de veiligheid van het bergingsschip én van de langsvarende schepen te bewaken. Rijkswaterstaat zal de proef evalueren en bekijken of deze aanpak verder wordt voortgezet.

Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat

Schadeafhandeling

Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en natuurbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe.

Ingediende claims

26 partijen hebben zich aangemeld bij het schadeloket, waarvan 4 partijen tot de Staat behoren: RWS, LNV, Defensie en de Kustwacht. Per 21 mei hebben hiervan 20 partijen een claim ingediend bij het schadeloket. Zes partijen hebben aangegeven nu geen claim in te dienen. In totaal is er bijna € 3,35 miljoen geclaimd. Dit bestaat uit € 2,64 miljoen van het Rijk, o.a. vanwege de inzet van groot materieel (schepen). De gemeenten en terrein beherende organisaties hebben ca. € 700.000,-  geclaimd en hiervan hebben de vijf eilandgemeenten een bedrag van € 280.000,- gedeclareerd.

Wat is er inmiddels betaald?

Op of omstreeks 26 juni 2019 is namens MSC circa € 600.000,- betaald. Hierbij is door MSC aangegeven dat dit een eerste betaling betreft, waarbij versneld is overgegaan tot een vergoeding van schadeposten van verschillende claims waarover bij (de verzekeraar van) MSC geen vragen bestonden. Een bedrag van circa € 400.000,- is bestemd voor de Staat (met name voor de inzet van de Kustwacht) en ongeveer € 200.000,- gaat naar de andere partijen. Van het laatstgenoemde bedrag is circa € 100.000,- specifiek bestemd voor de eilandgemeenten.

Met betrekking tot andere schadeposten heeft (de verzekeraar van) MSC nog aanvullende vragen die moeten worden beantwoord, voordat MSC tot vergoeding kan overgaan. De vragen gaan bijvoorbeeld over de vergoeding van BTW, over declaraties die mogelijk abusievelijk dubbel zijn ingediend of waarom bepaalde kosten zijn opgevoerd. In overleg met de verschillende indieners van de claims worden deze vragen zo snel mogelijk beantwoord en door RWS bij (de verzekeraar van) MSC teruggelegd. 

Zie ook de Kamerbrief van 10 juli 2019 over de schadeafhandeling.

Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat

Opruimen en schoonmaken

Er wordt conform het opgestelde plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken gewerkt aan het zo goed mogelijk opruimen van de stranden, dijken en kwelders.

Vanwege het broedseizoen worden de platen wel geïnspecteerd, maar zo weinig mogelijk betreden. Verstoring brengt meer schade toe. Uiteraard wordt wel ingegrepen als er een bedreigende situatie ontstaat voor vogels of zeehonden, maar kleine hoeveelheden afval blijven tijdelijk liggen.

Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat

Ecologische gevolgen

Het Regiecollege Waddengebied (RCW) doet in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek naar de ecologische gevolgen van de overboord geslagen containers. Hierbij zijn meerdere partijen betrokken, waaronder de Waddenacademie.

Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft de Waddenacademie een advies gemaakt over hoe de lange termijneffecten van het overboord geslagen materiaal onderzocht kunnen worden. De Waddenacademie adviseert om dit onderzoek in eerste instantie te richten op microplastics en hun impact op het ecosysteem, waaronder planten en dieren, van de Waddenzee. Dit advies is overgenomen en de monitoring is gestart. Een eerste resultaat wordt in december 2019 verwacht.

Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat.

Rijkswaterstaat start met ingang van 3 juli 2019 met de pilot Hot Spot Net Catching. Het is voor het eerst dat deze manier van bergen wordt ingezet. Hierbij wordt met bergingsnetten op klein afval gevist dat afkomstig is van de MSC Zoe en zich op of net onder de zeebodem bevindt. Dit is 1 van de maatregelen die is genomen in overleg met de verantwoordelijke reder.

Rijkswaterstaat onderzoekt of deze bergingsmethode effectief en efficiënt is. De pilot duurt ongeveer 14 dagen en start op 3 plekken in de verkeersbaan op de Noordzee boven de Waddeneilanden. Op deze locaties, de zogenoemde hot spots, zijn in de nacht van 2 januari 2019 de meeste containers overboord geslagen.

Aanpak pilot Hot Spot Net Catching

Als 1e start een bergingsschip met de pilot, eventueel later bijgestaan door een vissersschip. Dit laatste is afhankelijk van het wel of niet verkrijgen van de benodigde ontheffingen en certificering om als vissersschip veilig bergingswerkzaamheden te mogen uitvoeren. Tijdens de werkzaamheden in de verkeersbaan wordt het bergingsschip bijgestaan door een guard-schip om de veiligheid van het bergingsschip én van de langsvarende schepen te bewaken. Bij een positief resultaat wordt de pilot verder uitgebreid.

Berging containers MSC Zoe

Na het overboord vallen van de containers van de MSC Zoe zijn door middel van surveys in totaal bijna 6000 objecten op de Nederlandse en Duitse zeebodem geïdentificeerd. Deze zijn vastgelegd op een zogenoemde Master Target List (MTL). Bij de berging is gewerkt van grof naar fijn. Allereerst hebben grote bergingsschepen containerdelen en verloren lading geborgen. In het ondiepere water dichterbij de kust zijn vervolgens kleinere bergingsschepen aan het werk gegaan. De vervolginzet van de schepen voor de bergingsoperatie is in afwachting van de resultaten van de controlesurveys van Rijkswaterstaat.

Voor zowel de Noordzee als de Waddenzee zijn wij als Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en zijn we beheerder van de bodem. Vanuit deze rol hebben we MSC aansprakelijk gesteld voor schade. MSC is als eigenaar van de MSC Zoe verantwoordelijk voor het opsporen en opruimen van de verloren containers plus inhoud.

Bron: Rijkswaterstaat

 

In eerste instantie moet monitoring en onderzoek naar de langetermijneffecten van de verloren lading van de MSC Zoe zich richten op microplastics en hun impact op het ecosysteem, waaronder planten en dieren, van de Waddenzee. Dit adviseert de Waddenacademie aan Rijkswaterstaat. Bij de monitoring en het onderzoek naar de langetermijneffecten werken Rijkswaterstaat en de Waddenacademie nauw samen met onderzoekers van diverse universiteiten en instituten.

Effecten van microplastics op de Waddenzee

Volgens het advies gaat het dan om microplastics van 100 nm tot 5 mm groot. Deze microplastics bestaan vooral uit plastic korrels van ongeveer 0,5 mm groot en plastic pellets van 4 tot 5 mm groot. Katja Philippart, vicevoorzitter Waddenacademie en projectleider: 'Het is de verwachting dat met name deze fracties in het ecosysteem blijven en daarmee een schadelijk effect kunnen hebben op verschillende organismes die deze plastics aan zien voor voedsel.'

Aansluiten bij lopende meetprogramma’s Waddenzee

De Waddenacademie schrijft in haar advies, dat bij monitoring van de effecten van plastic uit de verloren containers zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij al lopende meetprogramma’s. Philippart daarover: 'In de Waddenzee lopen al diverse meetprogramma’s van bijvoorbeeld Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) en Wageningen Marine Research (WMR). Dankzij al deze verzamelde gegevens kan een vergelijking van de situatie direct voor en na het overboord gaan van de lading van MSC Zoe worden gemaakt. Deze gegevens kunnen vervolgens als basis dienen voor een langjarig meetprogramma naar de belasting van het zeemilieu en de mariene organismen.'

Onderzoeksprogramma Waddenzee

Naast monitoring is ook onderzoek nodig. Het advies van de Waddenacademie geeft aan dat het onderzoeksprogramma de meest prangende vragen met betrekking tot de bronnen, de verspreiding en de transformaties van afval, de aanwezigheid in het milieu en voedselweb en de effecten op dit alles moet beantwoorden. Ook wordt geadviseerd om aandacht te besteden aan diverse methodische aspecten. Het onderzoek naar de ecologische effecten van plastics is nog vrij recent, waardoor een deel van de benodigde methodieken nog niet goed ontwikkeld is. De uitkomsten van het onderzoek kunnen ook indirecte effecten hebben op de leefbaarheid en de gezondheid van de mensen die in het gebied wonen of voor de vele toeristen die er komen. Er is daarom ook aandacht voor sociaal-culturele en economische aspecten. Tenslotte dient volgens de Waddenacademie het monitoring- en onderzoeksprogramma verder zoveel mogelijk aan te sluiten bij lopende en nieuwe onderzoeks- en beheerinitiatieven in regionaal, Nederlands, trilateraal, Europees en internationaal verband.

Waardevol advies voor bescherming Waddenzee

Het advies van de Waddenacademie is op donderdag 20 juni 2019 aangeboden aan Erica Slump, hoofdingenieur-directeur (HID) van Rijkswaterstaat Noord-Nederland. Rijkswaterstaat is als beheerder verantwoordelijk voor de natuur en waterkwaliteit in de Waddenzee. Erica Slump: 'Als Rijkswaterstaat zijn we content met dit waardevolle en bruikbare advies. Samen met onze partners gaan we nu zorgvuldig en stapsgewijs te werk om de langetermijneffecten van de plastics op het ecosysteem van de Waddenzee in kaart te brengen. Het door de Waddenacademie uitgebrachte advies is hierin leidend. De eerste stap is inmiddels gezet: het water, sediment en mariene organismen (zoals vogels) worden op dit moment gemonitord en geanalyseerd op het voorkomen van plastics. Ook analyseren we eerder genomen monsters uit 2018 om zo een goed beeld te krijgen van de situatie vlak voor het over boord gaan van de containers. Met deze analyse krijgen we een eerste inzicht in de omvang van het incident. Op basis van de resultaten bepalen we welke extra maatregelen nodig zijn in het gebied en hoe we de langjarige monitoring en onderzoek verder vormgeven.'

Bron: Rijkswaterstaat

    De crisisorganisatie van Veiligheidsregio Fryslân heeft over het algemeen goed gefunctioneerd tijdens de containercalamiteit begin januari 2019. Dat constateren onderzoekers van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). “We zijn blij met die conclusie,” zegt Ferd Crone, voorzitter van Veiligheidsregio Fryslân. “Heel veel dingen zijn goed gegaan, maar we hebben ook geworsteld met bijvoorbeeld de afstemming tussen alle betrokken partijen en het in goede banen leiden van de stroom vrijwilligers. Met de aanbevelingen daarvoor gaan we nu aan de slag.”


Van links naar rechts: Bert Wassink (burgemeester Terschelling), Menno van Duin (IFV), Ferd Crone (voorzitter Veiligheidsregio Fryslân) en Wim Kleinhuis (directeur Veiligheidsregio Fryslân).

Opschaling

Volgens het IFV was het achteraf gezien verstandig geweest om sneller op te schalen naar GRIP 4, al was de situatie operationeel gezien onder controle en was dáár geen GRIP 4 voor nodig. Voor de afstemming tussen de betrokken bestuurders bleek GRIP 4 echter wel heel waardevol te zijn. “Dat de opschaling wat met horten en stoten ging is op zich niet zo vreemd: voor vrijwel alle betrokkenen was het de eerste keer dat zij met GRIP 4 te maken hadden. Daar hebben we veel van geleerd,” stelt Crone. “Met de kennis van nu zou ik een volgende keer meteen GRIP 4 maken, juist voor die afstemming tussen alle partijen op bestuurlijk niveau.”

Vrijwilligers

Ten aanzien van de stroom vrijwilligers die kwamen opruimen constateert het IFV dat het vrij dominante beeld dat de overheid op dat vlak volledig passief was moet worden bijgesteld. Verschillende overheidsorganisaties en -functionarissen - van burgemeesters en hulpdiensten tot boswachters - hebben de vrijwilligers geholpen en gefaciliteerd: bijvoorbeeld door vuilniszakken beschikbaar te stellen, koffie, thee en soep aan te bieden en hen zo goed mogelijk te informeren.

“Het is bijzonder om te zien dat zó veel mensen met elkaar de schouders er onder zetten om alle rommel zo snel mogelijk op te ruimen,” aldus Crone. “Dat hebben we zoveel mogelijk gefaciliteerd, maar toch hadden veel mensen en vrijwilligersorganisaties behoefte aan meer ondersteuning door de overheid. Dat signaal pakken we op, want we kunnen verwachten dat er in de toekomst meer situaties zullen voorkomen waarbij grote groepen vrijwilligers hun hulp aanbieden.” Het IFV adviseert o.a. om hiervoor een coördinator Vrijwilligheid aan te stellen en nauwer samen te werken met andere betrokken organisaties en potentieel succesvolle initiatieven voor vrijwilligers.

Vervolg

In de komende maanden gaat Veiligheidsregio Fryslân aan de slag met de aanbevelingen in het rapport. De voortgang daarvan zal tijdens de Bestuurscommissie Veiligheid in november 2019 worden besproken met alle Friese bestuurders. Crone: “Natuurlijk hopen we dat we een calamiteit als deze nooit meer mee zullen maken. Maar áls we opnieuw met een crisis te maken krijgen, dan zullen wij opnieuw alles op alles stellen om zo goed mogelijk hulp te bieden.”

Over de evaluatie

Begin januari 2019 verloor het schip MSC Zoe tijdens stormachtig weer 342 containers op de Noordzee. In opdracht van de veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord heeft het IFV het functioneren van de crisisorganisatie van Veiligheidsregio Fryslân geëvalueerd, in de periode waarin er was opgeschaald (2 januari - 6 februari 2019). De vraag die daarbij centraal staat is wat van deze calamiteit kan worden geleerd.

Meer weten?

In tegenstelling tot eerdere verschenen berichtgeving in de media is de berging van de overboord gevallen containers van de MSC Zoe nog niet afgerond.

Vanaf begin 2019 is de zogenoemde Master Target List afgewerkt. Er wordt gewerkt van grof naar fijn. Allereerst hebben grote bergingsschepen containerdelen en verloren lading, die zich op een aantal plekken in de verkeersbaan concentreerde, geborgen. Dichter bij de kust zijn vervolgens kleinere bergingsschepen aan het werk gegaan.

Controlesurveys op de Noordzee

Daarmee is de totale opruimoperatie van containers en lading op de Noordzee echter nog niet klaar. Rijkswaterstaat voert controlesurveys uit, de data van deze surveys wordt op dit moment verwerkt. Op basis van die gegevens zet de reder op afroep bergingsschepen in. Naast de controlesurveys en het reeds bestaand Fishing for Litter project start Rijkswaterstaat eind juni 2019 met de pilot Hot Spot Net Catching. In deze pilot wordt met een net kleiner materiaal wat op de zeebodem ligt, opgevist.

3000 km2 zeebodem in kaart

De surveyschepen zijn op 3 januari 2019 begonnen en hebben bijna 3000 km2 zeebodem in kaart gebracht. Dat is bijna twee keer de provincie Utrecht. Op dit moment zijn 295 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers uit de Noordzee gehaald. In het Nederlands deel van de Noordzee is een kleine 85% van de overboord geslagen containerdelen en lading geborgen. Gezien de dynamiek van de zeebodem is 100% bergen geen realistisch doel, al hopen we dit zo dicht mogelijk te benaderen. MSC blijft verantwoordelijk, ook als er in de toekomst spullen aanspoelen.

Rijkswaterstaat meldt dat het lokaliseren van de overboord geslagen containers van de MSC Zoe op de Noordzee nagenoeg is afgerond. Diverse surveyschepen hebben afgelopen maanden vanaf de verkeersbaan boven de Waddeneilanden tot aan de zogenoemde brandingszone de zeebodem in kaart gebracht.

Op basis van deze gegevens verwijderen bergingsschepen, ingezet door de reder MSC, containerdelen en lading van de bodem. De surveyschepen zijn op 3 januari 2019 begonnen en hebben bijna 3000 km2 in kaart gebracht. Dat is bijna 2 keer de provincie Utrecht. 

Master Target List

De survey heeft geresulteerd in een overzicht van objecten die mogelijk afkomstig zijn van de MSC Zoe, de zogenaamde ‘Master Target List’. Het bergingsbedrijf werkt in opdracht van MSC deze lijst af en bergt de objecten die afkomstig zijn van de MSC Zoe. De verwachting is dat die bergingsoperatie binnenkort door MSC afgerond zal zijn. Dan is een kleine 85% van de overboord geslagen containers en lading in het Nederlandse deel van de Noordzee geborgen.

De aankomende tijd zijn kleinere gespecialiseerde schepen in het ondiepere deel van de Noordzee, dichter bij de Waddeneilanden, aan het werk. Ook deze schepen werken 24 uur per dag, 7 dagen in de week, zolang het weer het toelaat. Rijkswaterstaat voert nog een controle survey uit. 

Proef met Hot Spot Net Catching

Daarmee is de totale opruimoperatie van containers in de Waddenzee en Noordzee echter nog niet klaar. Rijkswaterstaat is in overleg met de rederij om een proef op te zetten waarbij door de reder van de MSC Zoe in te huren vissersschepen materiaal van de zeebodem wordt opgevist: pilot Hot Spot Net Catching. Naast deze pilot blijft het project Fishing for Litter, waarbij vissers het zwerfvuil dat in hun netten belandt en mee naar land nemen, actief. Vissers krijgen als gevolg van het incident met de MSC Zoe vermoedelijk ook meer afval in hun netten dan normaal. Hierdoor zullen de kosten voor het Fishing for Litter-project stijgen. Het vergoeden van deze extra kosten is onderwerp van gesprek met de reder van de MSC Zoe. 

Eigenaar MSC Zoe aansprakelijk voor schade

Op 4 januari 2019 heeft Rijkswaterstaat de eigenaar van de MSC Zoe aansprakelijk gesteld voor de veroorzaakte schade. Rijkswaterstaat heeft direct aangeboden de schadeafhandeling voor andere overheden en terreinbeherende natuurorganisaties te coördineren en hen te helpen bij het indienen van een eventuele claim bij MSC. Hiervoor is bij Rijkswaterstaat een schadeloket ingericht. Op dit moment hebben 26 partijen zich aangemeld bij het Schadeloket van Rijkswaterstaat. Vorige week zijn de eerste complete dossiers ontvangen en inmiddels ingediend bij MSC. 

WOB-onderzoek op ladinglijsten

Door de Noordelijke media is een WOB-verzoek ingediend op ladinglijsten van de MSC Zoe. Vrijdag 10 mei 2019 is alle algemene informatie over de aard en de samenstelling van de producten die in die overboord geslagen containers zaten gedeeld. Informatie die op grond van de WOB als bedrijfsvertrouwelijk wordt beschouwd en niet openbaar gemaakt kon worden, is de specifieke productinformatie die gerelateerd is aan de bedrijfsvoering van de betrokken bedrijven. 

Ook informatie over de afzet van producten of de kring van afnemers of leveranciers van de bedrijven die gebruikmaken van de diensten van vervoerders als MSC en Maersk om goederen te vervoeren, is niet bekend gemaakt. Zo is de informatie dat het kasten betrof wel openbaar gemaakt, maar niet van welke winkel en welk merk ze waren. 

Informatie beschikbaar gesteld voor incidentbestrijding

Rijkswaterstaat heeft deze niet-openbare informatie eerder al beschikbaar gesteld aan de veiligheidsregio en overheidspartijen in het kader van de incidentbestrijding en ook aan de onderzoekers van de Waddenacademie, die deze informatie ook nodig hebben om te kunnen inschatten wat de ecologische gevolgen zijn.

Bron: Rijkswaterstaat, 17 mei 2019

Inhoud containers

De Rijksoverheid heeft de laadbrief van de MSC Zoe en aanverwante documenten gepubliceerd. De MSC Zoe vervoerde o.a. containers met auto-onderdelen (1497), meubels (880), chemisch (736), textiel/kleding/schoenen (683), elektronica (561), onbekend (489), gereedschap (361), machinerie (348), voeding (318) en metalen (316). De volledige lijst is hier te vinden.

Antwoord Kamervragen over inzet vissers

Op 10 mei 2019 publiceert de Rijksoverheid het antwoord op Kamervragen over de vissers die willen helpen opruimen. Daarin wordt geschreven dat het kabinet de bereidheid en inzet van vissers waardeert en dat vissers kunnen helpen, maar dat daar vanwege de veiligheid wel een aantal voorwaarden aan worden gesteld door het ILT. MSC is verantwoordelijk voor de berging. Rijkswaterstaat en het ministerie van LNV hebben in de gesprekken met MSC en de berger uitdrukkelijk gewezen op de mogelijkheid van het inzetten van meer vissersschepen, die naast het gericht vuilvissen kunnen assisteren bij het lokaliseren van containers en afval. Vissers die (nog) niet zijn ingeschakeld zijn in contact gebracht met het bergingsbedrijf. In deze brief wordt ook gesteld dat er inmiddels 284 (delen van) containers zijn geborgen. De volledige brief is hier te lezen.

Op woensdag 24 april 2019 kwam het BWO+ voor de tweede keer bij elkaar. Tijdens dit overleg is met elkaar gesproken over de voortgang van de berging, het opruimen, de schadeafhandeling en de ecologische gevolgen. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.

1. Berging (inhoud van) containers

De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 22 april 2019 als volgt:

  • In totaal zijn 342 containers van de MSC Zoe overboord geslagen. 
  • In 2 van de overboord geslagen containers zaten gevaarlijke stoffen. In de Noordzee is op Duits grondgebied de container met dibenzoylperoxide gelokaliseerd en geborgen. De locatie van de container met lithium-ion-batterijen is nog niet vastgesteld.
  • Ongeveer 2/3 van de verloren lading is in de Nederlandse wateren beland en 1/3 op Duits grondgebied. MSC beschouwt de berging in beide landen als één operatie. De Duitse overheid hanteert dezelfde uitgangspunten voor berging en afhandeling als in Nederland worden toegepast.
  • In het Waddenzeegebied zijn 19 containers geborgen. 
  • Er zijn 269 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen. 
  • Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.436 ton afval in zee beland (containers en inhoud).
  • Tot nu toe is minstens 2.068 ton afval afgevoerd van het Duitse- en Nederlandse deel van de Noordzee, Waddeneilanden en het vaste land.  

Berging door vissers

Door de verzekeraar en de reder worden een aantal vissers ingezet om tijdens de bergingswerkzaamheden vrijgekomen drijvend afval op te vissen. Vissers kunnen met een certificaat van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) drijfvuil van MSC Zoe opruimen. Daarnaast is het Bergingsbedrijf (BMT) momenteel in overleg met de visserijsector (Nederlandse Vissersbond) over de mogelijkheden voor vissers om te helpen bij het opruimen van afval op de zeebodem. Daarbij wordt er eerst gekeken naar opties voor een pilot met één visserskotter. 

Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat

2. Schadeafhandeling

Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en natuurbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe. 

De onderhandelingen over de schadeafhandeling met MSC en hun verzekeraar zijn nog steeds gaande. Hierbij wordt ook gekeken naar een extra vergoeding voor het 'Fishing for Litter' project. 

Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat.

3. Opruimen en schoonmaken

Er wordt conform het opgestelde plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken gewerkt aan het zo goed mogelijk opruimen van de stranden, dijken en kwelders.

Bij alle strandovergangen van de Waddeneilanden staan containers waarin bezoekers van het strand afval kunnen deponeren. Hierin wordt echter vrij weinig afval verzameld, omdat er de laatste tijd relatief weinig aanspoelt op het strand. Ook op de zeedijken en in de kwelders spoelt momenteel niet veel afval aan. Veel aandacht is besteed aan de kleine plastic deeltjes. Op o.a. Schiermonnikoog is succesvol gewerkt om met een speciaal voor dit doel ontwikkelde 'maaiklepelzuiger' om zoveel mogelijk van dit plastic uit het zand te filteren. Vanwege het broedseizoen is daar nu tijdelijk mee gestopt.  

Tot en met de maand maart is in elk geval de volgende hoeveelheid afval verzameld op de eilanden en de kust:

  • Texel: 6 ton
  • Vlieland: 60 ton
  • Terschelling: 251 ton
  • Ameland: 354 ton
  • Schiermonnikoog: 266 ton
  • Nederlandse kust: 57 ton
  • Totaal: 994 ton

Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat.

4. Ecologische gevolgen

Het Regiecollege Waddengebied (RCW) doet in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek naar de ecologische gevolgen van de overboord geslagen containers. Hierbij zijn meerdere partijen betrokken, waaronder de Waddenacademie.

Uit het onderzoek moet blijken of de overboord geslagen containers directe schade opleveren voor de getroffen natuurgebieden, maar ook wat de gevolgen op langere termijn zijn. Meer hierover is te lezen in de Kamerbrief van Minister Schouten (LNV) van 26 maart 2019 en de Kamerbrief van Minister van Nieuwenhuizen (I&W) van 29 maart 2019.

Geen verband tussen dode zeekoeten en containers

Uit onderzoek naar de doodsoorzaak van de zeekoeten die in januari 2019 zijn aangespoeld blijkt dat de vogels niet zijn gestorven als gevolg van het containerincident. De conclusie die de onderzoekers trekken is dat verhongering de oorzaak is geweest van de massale vogelsterfte onder de zeekoeten.

Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat.

Rijkswaterstaat, de Waddenacademie en onderzoekers van diverse universiteiten en instituten willen de langetermijneffecten van plastic uit de verloren containers van de MSC Zoe op planten, dieren en het complete ecosysteem in het UNESCO Werelderfgoed Waddenzee onderzoeken. Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft de Waddenacademie een overzicht gemaakt van de stappen die hiervoor moeten worden genomen.

Een deel van dit onderzoek is inmiddels gestart. Het gaat om het kort na het incident in kaart brengen van de verontreiniging van water, zeebodem, strand, bodemdieren, vissen, vogels en zeezoogdieren met microplastics door onder andere NIOZ en WMR.

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het advies van de Waddenacademie waarbij ook de input van het Regiecollege Wadden op het conceptadvies wordt verwerkt. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op de mogelijke effecten van microplastics (van 100 nm tot 5 mm groot), bestaande uit plastic korrels (0,5 mm) en plastic pellets (4 tot 5 mm).

Het is de verwachting dat deze fracties een belangrijk aandeel vormen van de verontreinigingen uit de verloren containers en moeilijker op te ruimen zijn dan groot afval. Deze kleine partikels blijven in het ecosysteem en kunnen bijvoorbeeld door verschillende organismen gegeten worden. Dit kan schadelijke effecten hebben. Wanneer hiertoe aanleiding is, zal besproken worden of ook andere verontreinigingen in het onderzoek en de monitoring meegenomen dienen te worden.

Onderzoeksprogramma

De zee was echter niet schoon voordat de MSC Zoe haar containers verloor. Dat betekent dat bij bestudering van mogelijke effecten er rekening gehouden moet worden met de achtergrondwaarden van eerdere verontreinigingen en hun effecten. Het kan een uitdaging worden om de effecten van overboord geslagen containers van MSC Zoe helder te krijgen en om een prioritering in de veelheid aan onderzoeksvragen aan te brengen.

Dit onderzoeksprogramma sluit zoveel mogelijk aan op de onderzoeken die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft geïnitieerd en op de lopende nationale en trilaterale onderzoeks- en meetprogramma’s.

Opruimen is en blijft belangrijk

Alle plastics breken af in kleinere deeltjes. Dit kan het ecologisch effect nog versterken doordat er meer microplastics in het water en op de bodem aanwezig zijn. Opruimen is en blijft daarom cruciaal.

Bron: Rijkswaterstaat

[Update 29 maart 2019, 19.00 uur]

Container met gevaarlijke stoffen gelokaliseerd

In de Noordzee is op Duits grondgebied een van de containers met gevaarlijke stoffen gelokaliseerd. Het gaat om een container met dibenzoylperoxide. Op dit moment bekijkt de berger in welke staat de container zich bevindt en of er nog lading aanwezig is. Lees meer op de website van Rijkswaterstaat

2/3 van de containers in Nederland, 1/3 in Duitsland

Ongeveer 2/3 deel van de overboord geslagen containers lijkt in het Nederlandse deel van de Noordzee te zijn beland en circa 1/3 in het Duitse deel. Er is hierover contact met de betrokken Duitse autoriteiten. Exacte aantallen en precieze locaties van individuele containers zijn nu nog niet bekend. Lees meer in de kamerbrief van 29 maart 2019. 

Inzet vissers bij opruimen

Van verschillende kanten is de vraag gesteld of vissers een rol kunnen spelen bij het lokaliseren van de verloren containers en het opvissen van de inhoud van de containers. Er wordt door MSC en het bergingsbedrijf al een vissersschip ingezet. Rijkswaterstaat en LNV hebben in de gesprekken met MSC en de berger gewezen op de mogelijkheid van het inzetten van meer vissersschepen. De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) kan hiervoor onder bepaalde voorwaarden een ontheffing verlenen. De afweging over het daadwerkelijk inzetten van meer vissers, is een verantwoordelijkheid van reder MSC en de ingehuurde berger. Daarnaast nemen vissers deel aan het reguliere Fishing for Litter project. In de gesprekken met MSC staat financiële ondersteuning van dit project op de agenda. Lees meer in de kamerbrief van 29 maart 2019.

Opruimen en schoonmaken

Vrijwel alle acties uit het plan van aanpak ‘opruimen & schoonmaken’ zijn in gang gezet. Het opruimen gaat zeker tot medio 2020 door. Op sommige plekken liggen nog stukjes plastic en piepschuimkorrels op het strand. Gezien de omvang van het gebied, verdient het machinaal verwijderen met zogenaamde ‘beachcleaners’ de voorkeur. Er is recent ook geëxperimenteerd met het machinaal verwijderen van de kleine plastic korrels, door middel van een zogenaamde ‘maaiklepelzuiger’. De resultaten hiervan zijn positief. Lees meer in de kamerbrief van 29 maart 2019.

Afhandeling schade

Rijkswaterstaat heeft aangeboden de schadeafhandeling voor andere publieke partijen te coördineren. Hiervoor heeft Rijkswaterstaat inmiddels een schadeloket ingericht. Overheidspartijen en terreinbeherende natuurorganisaties kunnen via dit schadeloket hun schadeclaim bij MSC indienen. Andere (private) partijen, waaronder de vissers, dienen een eventuele schadeclaim rechtstreeks in bij (de verzekeraar van) MSC. Lees meer in de kamerbrief van 29 maart 2019.

Oorzaak dode zeekoeten: verhongering

Uit onderzoek naar de doodsoorzaak van de zeekoeten die in januari 2019 zijn aangespoeld blijkt dat de zeekoeten weliswaar massaal zijn gestorven ten tijde van het containerincident, maar niet als gevolg daarvan. De vogels waren extreem vermagerd. De conclusie die de onderzoekers trekken is dat verhongering de oorzaak is geweest van de massale vogelsterfte onder zeekoeten. Zie ook het nieuwsbericht van de Rijksoverheid van 29 maart 2019.

BWO+ voor het eerst bij elkaar geweest

Op woensdag 6 maart 2019 kwam het Bestuurlijk Wadden Overleg+ (BWO+) van de Coördinatie Regeling Waddenzee (CRW) voor het eerst bij elkaar. In dit overleg wordt de afhandeling van de overboord geslagen containers van de MSC Zoe met alle betrokken bestuurders afgestemd. Het BWO+ heeft geconstateerd dat de afhandeling op koers ligt. De gemaakte afspraken worden door alle betrokken organisaties nagekomen en het opruimen gaat goed. Hieronder wordt dit per thema toegelicht.

Berging (inhoud van) containers

De stand van zaken met betrekking tot de berging van (inhoud van) overboord geslagen containers was op 1 maart 2019 als volgt:

  • In totaal zijn 342 containers van de MSC Zoe overboord geslagen.
  • In 2 van de overboord geslagen containers zaten gevaarlijke stoffen; deze containers zijn nog niet gevonden.
  • In het Waddenzeegebied zijn 19 containers geborgen.
  • Er zijn 185 geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen.
  • Veel overboord gevallen containers liggen in delen op de zeebodem van de Noordzee.
  • Naast containerdelen en lading van de MSC Zoe zijn tijdens de bergingswerkzaamheden ook andere objecten, niet afkomstig uit de containers van de MSC Zoe, boven water gehaald.
  • De survey van de verkeersbaan en de zeegaten tussen Terschelling/Vlieland, Terschelling/Ameland, Ameland/Schiermonnikoog en Schiermonnikoog/Rottumerplaat is afgerond.
  • De bergingswerkzaamheden in de verkeersbaan boven de Waddeneilanden loopt nog.

Berging door vissers

In opdracht van de verzekeraar en de reder is een aantal vissers gecontracteerd om tijdens de bergingswerkzaamheden vrijgekomen afval op te vissen. Daarnaast hebben diverse vissers aangegeven dat zij kunnen helpen bij het bergen van (de inhoud van) overboord geslagen containers. Vanwege regelgeving is dat niet mogelijk. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) stelt eisen aan het veranderen van het gebruik van een schip. Lees op de website van het ILT meer daarover.

Meer informatie over de berging is te vinden bij Rijkswaterstaat.

Schadeafhandeling

Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen en natuurbeherende natuurorganisaties. Ook zorgt Rijkswaterstaat voor ondersteuning bij de voorbereiding van claims in verband met gemaakte kosten voor het lokaliseren, markeren en opruimen van lading van de MSC Zoe. Verder treedt Rijkswaterstaat op als penvoerder in de contacten met de verzekeraar van de MSC Zoe.

Particulieren met schade als gevolg van de overboord geslagen containers kunnen zich melden bij hun gemeente.

Schade bij vissers

Vissers kunnen hinder ondervinden van de (inhoud van) overboord geslagen containers. Naast een onveilige werksituatie kan dit ook schade opleveren. Vissers met schade kunnen hiervoor zelf een claim indienen bij de reder. Om het indienen van schadeclaims voor vissers gemakkelijker te maken is Rijkswaterstaat in gesprek met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, dat de belangen van vissers behartigt.

Fishing for Litter

Veel vissers nemen belangeloos deel aan het project 'Fishing for Litter' - ook al voordat de containers van de MSC Zoe overboord sloegen. Opgevist zwerfvuil wordt door de deelnemende vissers mee naar land genomen, waar het wordt ingenomen, afgevoerd, gemonitord en verwerkt. De deelnemende vissers zullen, als gevolg van het incident met de MSC Zoë, meer afval in de netten krijgen. Hoeveel meer is nog de onduidelijk. Hierdoor kunnen de kosten van het Fishing for Litter project stijgen. Dit is onderwerp van gesprek tussen Rijkswaterstaat en de eigenaar / verzekeraar van de MSC Zoë.

Meer informatie over de schadeafhandeling is te vinden bij Rijkswaterstaat.

Opruimen en schoonmaken

Er is onder coördinatie van Rijkswaterstaat een plan van aanpak voor het opruimen en schoonmaken opgesteld. Hierin zijn alle maatregelen op zee en land opgenomen.

Er zal in ieder geval 18 maanden lang worden opgeruimd en schoongemaakt, in samenwerking en in afstemming met Duitsland en Denemarken. In het plan van aanpak zijn o.a. de volgende afspraken gemaakt:

  • Waar nodig worden opruimacties gestart, al dan niet met behulp van vrijwilligers.
  • Voor het opruimen van microplastic wordt deskundig advies ingewonnen om zo tot een effectieve methode te komen. Het opruimen van de allerkleinste deeltjes plastic kan namelijk ook heel veel schade aan de natuur veroorzaken. Om dat te voorkomen wordt zorgvuldig gekeken naar de beste opruimmethode.
  • Op alle strandovergangen van de Waddeneilanden zijn speciale containers geplaatst waar bezoekers van het strand afval kunnen deponeren.

De kosten van deze maatregelen worden gedeclareerd bij de veroorzaker, de eigenaar van MSC Zoe.

Alles wat mogelijk is

Het opruimen en schoonmaken verloopt goed, al zijn alle partijen zich er ook van bewust dat nooit alles zal kunnen worden schoongemaakt. Dat komt niet alleen doordat er heel veel kleine stukjes plastic zijn verspreid, maar ook doordat (delen van) containers en de inhoud daarvan onder het zand zijn verdwenen. Door de betrokken partijen wordt al het mogelijke gedaan. Rijkswaterstaat staat in nauw contact met alle betrokken partijen.

Meer informatie over het opruimen en schoonmaken is te vinden bij Rijkswaterstaat.

Ecologische gevolgen

Het Regiecollege Waddengebied (RCW) doet in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek naar de ecologische gevolgen van de overboord geslagen containers.

Halverwege maart 2019 wordt de rapportage van het LNV over de dode zeekoeten verwacht.

Meer informatie over het onderzoek naar de ecologische gevolgen is te vinden bij Rijkswaterstaat.

Wat is het BWO+?

Het Bestuurlijk Waddenoverleg+ (BWO+) voert sinds 6 februari 2019 de regie over de verdere afhandeling van de gevolgen van de overboord geslagen containers van de MSC Zoë. Het BWO+ richt zich daarbij op de berging (inhoud van) containers, de schadeafhandeling en het schoonmaken/opruimen. De praktische uitvoering hiervan is belegd bij Rijkswaterstaat.

Bestuur CRW

Het BWO is het bestuur van de Coördinatie Regeling Waddenzee (CRW). In het BWO wordt de voortgang van deze drie punten besproken en afgestemd. Het BWO bestaat uit de directeuren van de Veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord, Rijkswaterstaat, de Kustwacht en drie burgemeesters die Groningen, Noord-Holland Noord en Fryslân vertegenwoordigen. Voor de bestuurlijke afstemming met betrekking tot de containers wordt het BWO uitgebreid met een vertegenwoordiger van de vier betrokken waterschappen, een vertegenwoordiger van de vier betrokken terrein beherende organisaties en een Friese ‘wal’-burgemeester. Het overleg wordt voorgezeten door dhr. Henk Jan Bolding, burgemeester van de gemeente Het Hogeland.

Samenwerkingsoverleg, geen bevoegdheden

Het BWO+ is een samenwerkingsoverleg en neemt geen bevoegdheden over. De bestuurders houden de bevoegdheden en taken van hun eigen organisatie en leggen daarover binnen hun eigen organisatie verantwoording af - dus bij hun veiligheidsregio, gemeentera(a)d(en) of minister(s).

Meer weten?
Neem dan contact op met...

  • Berging (inhoud van) containers: Rijkswaterstaat, 0800-8002
  • Schadeafhandeling: Rijkswaterstaat, 0800-8002
  • Opruimen en schoonmaken: Rijkswaterstaat, 0800-8002
  • Ecologische gevolgen: Rijkswaterstaat, 0800-8002
  • Het BWO+ / CRW: Veiligheidsregio Fryslân, 088 22 99 992

[Update: 27 februari 2019, 17.00 uur]

Opruimactie Rijkswaterstaat op de Rottums voor start broedseizoen
Rijkswaterstaat houdt samen partners vanaf maandag 4 maart tot en met donderdag 7 maart 2019 een opruimactie op de Rottums in de Waddenzee. De opruimactie wordt net voor de start van het broedseizoen gehouden. Naast een team van Rijkswaterstaat helpen ook Staatsbosbeheer, de Waddenunit en een aantal vaste vrijwilligers van de Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat mee met schoonmaken. Lees hier meer over de opruimactie.

[Update: 22 februari 2019, 19.00 uur]

Kamerbrief stand van zaken containers
Minister Van Nieuwenhuizen heeft in een kamerbrief de Tweede Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken van de overboord geslagen containers van de MSC Zoe. In de brief staat o.a. het volgende:

  • Na verwerking van de loslijsten noemt MSC nu 342 verloren containers als het meest accurate aantal.
  • Op de Nederlandse kust (incl. eilanden en Waddenzee) zijn in totaal 18 volledige containers geborgen (plus één in Duitsland).
  • Op de Noordzee zijn inmiddels delen van 110 containers geborgen.
  • Er is nu in totaal ruim 1.100.000 kg debris (afkomstig van land en uit de zee) afgevoerd.
  • Zodra de locaties van de gezonken containers bekend zijn, worden deze via de mededelingen voor de scheepvaart gecommuniceerd. Dit is van belang voor de vissers, omdat hun netten bijvoorbeeld kunnen vasthaken aan de gezonken containers.
  • Op sommige plekken liggen nog kleine stukjes plastic en piepschuimkorrels. Dit materiaal wordt deels handmatig opgeruimd en er wordt getest met manieren om dit machinaal op te ruimen, zonder dat de verwijdering zelf schade aan de kwetsbare natuur veroorzaakt.
  • Rijkswaterstaat coördineert de schadeafhandeling voor overheidspartijen. Hiervoor wordt door Rijkswaterstaat een schadeloket ingericht. Andere overheidspartijen kunnen via dit schadeloket hun schadeclaim indienen bij de verzekeraar van MSC.

De complete brief is hier te lezen.

[Update: 18 februari 2019, 17.00 uur]

Overeenstemming over maatregelen opruimen overboord geslagen lading MSC Zoe

Er zal de komende tijd naar verwachting nog afval afkomstig van de containers van de MSC Zoë blijven aanspoelen. Onder coördinatie van Rijkswaterstaat is door alle betrokken partijen aan Nederlandse zijde geïnventariseerd welke maatregelen al zijn getroffen en welke voor de middellange termijn nog nodig zijn om het aangespoelde materiaal op te ruimen:

  • Het Nederlandse deel van de Noordzee en het Waddengebied wordt in elk geval ook de komende 16 maanden geïnspecteerd en gemonitord op vervuiling, in samenwerking en in afstemming met Duitsland en Denemarken.
  • Waar nodig worden opruimacties gestart, al dan niet met behulp van vrijwilligers.
  • Voor het opruimen van microplastic wordt deskundig advies ingewonnen om zo tot een effectieve methode te komen.
  • Daarnaast worden op alle strandovergangen van de Waddeneilanden speciale containers geplaatst waar bezoekers van het strand afval kunnen deponeren.
  • Tenslotte maakt het onderzoek van de Waddenacademie in opdracht van Rijkswaterstaat naar de ecologische effecten op (middel)lange termijn op de Waddenzee, als gevolg van de overboord geslagen containers, onderdeel uit van het maatregelenpakket.
  • De berger is sinds half januari 2019 bezig met het bergen van de lading in het gebied boven de Waddeneilanden.

Het pakket aan maatregelen moet ervoor zorgen dat verdere schade aan het Waddengebied wordt voorkomen en ontstane schade waar mogelijk wordt hersteld. De kosten van deze maatregelen worden gedeclareerd bij de veroorzaker, de eigenaar van MSC Zoe.

Lees hier het volledige pakket met alle afgesproken maatregelen.

[Update: 13 februari 2019, 20.45 uur]

Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) gaat de evaluatie van de crisisorganisatie m.b.t. de overboord geslagen containers van de MSC Zoë uitvoeren. De Bestuurscommissie Veiligheid van Veiligheidsregio Fryslân heeft dit op woensdag 13 februari 2019 besloten.

Bijzonder karakter
De GRIP-situatie voor de containers heeft een bijzonder karakter, vanwege de coördinerende rol van Veiligheidsregio Fryslân namens en in afstemming met de veiligheidsregio’s Groningen en Noord-Holland Noord, de vele betrokken partners en de betrokkenheid van de samenleving. Ook is het een relatief langlopend incident. Daarom is besloten om de evaluatie door het IFV te laten uitvoeren, om zo een objectief mogelijk beeld te krijgen van het acteren van de crisisorganisatie. Het IFV is gerenommeerd, heeft kennis en expertise op het gebied van crisisbeheersing en ervaring met het evalueren van grootschalige GRIP-incidenten.

Lerend vermogen
Het doel van de evaluatie is om de succesfactoren en de verbeterpunten inzichtelijk te maken van het optreden van de crisisorganisatie. Hierbij staat het lerend vermogen centraal. Naast deze evaluatie lopen nog diverse andere onderzoeken naar de overboord geslagen containers. De Duitse en Panamese autoriteiten doen onderzoek naar de toedracht en het Nederlandse OM doet strafrechtelijk onderzoek gericht op de naleving van regelgeving omtrent de stabiliteit en belading van het schip en lading. Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft aangegeven een onderzoek in te gaan stellen. De gemene deler van deze onderzoeken is de ‘waarom’ vraag. De evaluatie van de crisisorganisatie daarentegen is gericht op de vraag hoe er door de crisisorganisatie is geacteerd.

Minstens 345 containers overboord
In de nacht van 1 op 2 januari 2019 heeft het schip MSC Zoë tijdens stormachtige condities minstens 345 containers verloren op de Noordzee ten noorden van de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden. De containers bevatten o.a. auto-onderdelen, lattenbodems, kuipstoeltjes en speelgoed. Ook is vastgesteld dat er twee containers met gevaarlijke stoffen overboord zijn gegaan. Op diverse plaatsen zijn (delen van) containers en inhoud aangespoeld en een groot aantal containers zijn gezonken. Op basis van dit incident is besloten om op te schalen naar GRIP (vanaf 2 januari 2019 GRIP 2 en vanaf 7 januari 2019 GRIP 4). Op 6 februari 2019 is de crisisorganisatie afgeschaald naar GRIP 0.

[Update, 6 februari 2019, 16.00 uur]
Het Bestuurlijk Wadden Overleg (BWO) gaat vanaf nu de regie voeren over de verdere afhandeling van de gevolgen van de overboord geslagen containers van de MSC Zoë op 2 januari 2019. Het BWO richt zich daarbij op de berging (inhoud van) containers, de schadeafhandeling en het schoonmaken/opruimen. Het Regiecollege Waddengebied (RCW) is verantwoordelijk voor het proces ecologische gevolgen op lange termijn.

De praktische uitvoering van de berging, schadeafhandeling en het schoonmaken is belegd bij Rijkswaterstaat. Hierover zijn inmiddels goede werkafspraken gemaakt. In het BWO, het bestuur van de Coördinatie Regeling Waddenzee (CRW), wordt de voortgang van deze drie punten besproken en afgestemd. Het BWO bestaat uit de directeuren van de Veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord, Rijkswaterstaat, de Kustwacht en drie burgemeesters die Groningen, Noord-Holland Noord en Fryslân vertegenwoordigen. Voor de bestuurlijke afstemming met betrekking tot de containers wordt het BWO uitgebreid met een vertegenwoordiger van de vier betrokken waterschappen, een vertegenwoordiger van de vier betrokken terrein beherende organisaties en een Friese ‘wal’-burgemeester.

Het proces met betrekking tot de ecologische gevolgen op de lange termijn is belegd bij het RCW en het Opdrachtgeverscollectief Beheer Waddenzee (OBW). In het RCW werken Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven, natuurorganisaties en de wetenschap samen onder leiding van de Commissaris van de Koning in Fryslân. In het OBW werken de beherende partijen van de Waddenzee samen; hierin hebben Rijk, provincies, gemeenten, Staatsbosbeheer en de Coalitie Wadden Natuurlijk zitting. Het RCW fungeert als overleg voor bestuurlijke afstemming in de nafase over ecologische gevolgen op de langere termijn. Het OBW ziet in afstemming met het RCW toe op de voortgang van de uitvoering/beheer.

Het afhandelen van alles rondom de overboord geslagen containers zal naar verwachting nog lange tijd gaan duren. Alle werkzaamheden die tijdens de nafase nodig zijn, blijven belegd bij de reguliere organisaties. De bestuurlijke borging en afstemming is nu belegd bij het BWO en RCW; daarom is op 6 februari afgeschaald naar GRIP 0. De crisisorganisatie (GRIP 4) is nu niet meer nodig. Het nieuws dat er minimaal 345 containers overboord zijn geslagen in plaats van 291 maakt de benodigde aanpak en bestuurlijke afstemming niet anders.

Meer weten?


[Update, 6 februari 2019, 12.30 uur]

Na het lossen van containers in Bremerhaven en Gdansk blijkt dat de MSC Zoe niet 291 containers is verloren, maar minimaal 345. De rederij MSC heeft Rijkswaterstaat hierover geïnformeerd. De definitieve loslijst wordt volgende week verwacht.

De rederij komt nu met deze informatie omdat het schip lange tijd niet kon lossen in de haven van Gdansk in Polen. Nu blijkt dat het om meer containers gaat dan aanvankelijk werd gedacht. Na het incident op 2 januari 2019 is de MSC Zoe eerst naar Bremerhaven in Duitsland gevaren om het eerste deel van de lading te lossen, inclusief de containers met schade. Afgelopen weekend kon pas de tweede helft, en daarmee alle containers die bij vertrek in Portugal aan boord stonden, van de containers worden gelost in Gdansk.

De containers stonden na het incident schots en scheef aan boord. Er is door de reder een inschatting gemaakt op basis van de op dat moment mogelijke telling. Deze inschatting hebben ze na lossing in Gdansk bijgesteld. Het aantal containers met gevaarlijke stoffen blijft onveranderd. Rijkswaterstaat blijft coördineren en monitoren of de berging binnen de vastgestelde kaders gebeurt.

Zie ook de website van Rijkswaterstaat.

[Update, 1 februari 2019, 18.00 uur]
Rijkswaterstaat laat weten dat alle objecten in De Eemsgeul en de vaargeul boven Terschelling in kaart zijn gebracht. Het merendeel van de objecten is tot nu toe aangetroffen in de vaargeul boven Terschelling.

Op dit moment worden de losse objecten die de surveyschepen op de zeebodem hebben gelokaliseerd naar boven gehaald. Het gaat dan om onder meer stukken container, delen van auto’s en divers afval. Inmiddels zijn bij de bergingsoperatie op de Noordzee 23 unieke delen van containers geborgen. Beide bergingsschepen zetten ook een onderwaterrobot (ROV) in voor het opruimen van objecten op de zeebodem.

De sonarbeelden geven meer objecten aan dan containers die overboord zijn gevallen. Dat is een indicatie dat een groot deel van de containers niet heel zijn gebleven tijdens de val. Dat is logisch; de val van de containers van het schip op de zeebodem is vergelijkbaar met een val vanaf de twaalfde verdieping van een flatgebouw.

Lees meer hierover op de website van Rijkswaterstaat.

[Update: 28 januari 2019, 10.00 uur]
Er spoelen de laatste dagen veel dode en verzwakte zeekoeten aan op de Waddeneilanden. De zeekoeten worden onderzocht door Wageningen Marine Research in Den Helder. Wil je de vindplaats van deze dode of verzwakte zeekoeten melden, dan kun je contact opnemen met Wageningen Marine Research via telefoonnummer 0317 480 900. Kijk voor de contactgegevens ook op de website van Wageningen University & Research.

[Update: 18 januari 2019, 11.15 uur]
Rijkswaterstaat deelt mee dat de berging van de containers van start is gegaan. Het schip De Atlantic Tonjer start in de Eemsgeul en het schip De Geosund bij de vaarroute boven Terschelling. Ze worden ondersteund door zes survey schepen. De kapotte containers worden met een grijper uit zee gehaald. Gesloten containers worden gemarkeerd en later uit zee gehaald.
Vissersschepen liggen stand-by om eventuele losse lading gelijk uit zee te vissen. De scheepvaart wordt begeleid door twee guard schepen.

Meer informatie over de berging van de containers is te vinden op de website van Rijkswaterstaat.

[Update: 16 januari 2019, 15.10 uur]
Het marinevaartuig Zr. Ms. Luymes biedt hulp bij de zoektocht naar de zeecontainers die nog worden vermist. Gisteravond is het marinevaartuig  de haven van Den Helder uitgevaren. Zr. Ms Vlaardingen wordt mogelijk ook ingezet, maar ligt vanwege de slechte weersomstandigheden nog binnen.

De Luymes vaart onder slechte omstandigheden ten noorden van Terschelling. Het hydrografisch opnemingsvaartuig  (HOV) kan ingezet worden bij golven van 2,5 tot 3 meter. Momenteel zijn de golven tot 2,5 meter hoog. Een HOV zoals de Luymes speurt de containers op met Side Scan Sonar. Dat gebeurt met een kleine torpedo die aan een kabel op ongeveer 30 meter achter het schip wordt aangesleept. Met een Multi Beam Sonar kan de Luymes ook nog bepalen of een gesignaleerde container openstaat. Er zijn nog geen resultaten bekend van de zoekactie.

Meer weten? Kijk dan op de website van Defensie.

[Update: 16 januari 2019, 09.00 uur]
De bergingsschepen Atlantic Tonjer en Geosund zijn respectievelijk naar de Eemsgeul en naar de vaargeul boven Terschelling vertrokken. Daar gaan zij vast voorbereiden en optimaliseren, in afwachting van de start van de berging van de containers. Zo zijn ze sneller ter plaatse om, als het weer het toelaat, te beginnen met bergen.

Meer informatie over de berging van de containers is te vinden op de website van Rijkswaterstaat.

[Update: 14 januari 2019]
In verband met de weersomstandigheden kan de berging van de containers in de Noordzee nog niet starten. Ook dinsdag 15 januari 2019 nog niet. De golven op zee zijn te hoog en dan is het niet veilig. Zodra het weer het toelaat, start men de berging.

Verder spoelen er niet meer veel spullen uit de containers aan. Daarom is er op dit moment geen behoefte aan extra hulp om spullen op te ruimen en worden er ook geen opruimacties georganiseerd.

Meer informatie over de berging van de containers is te vinden op de website van Rijkswaterstaat.

[Update: 12 januari 2019]
De Friese waddengemeenten organiseren dit weekend geen centrale  opruimacties, maar communiceren er misschien wel over. Voor wie iets wil doen: kijk op hun gemeentelijke twitteraccounts of op @helpwad waar helpende handen welkom zijn.

De opruimacties worden niet centraal gecoördineerd, maar vinden vooral plaats op basis van lokale initiatieven en door de Friese Waddengemeenten. Rommel op zee, op de Afsluitdijk en in de kwelders wordt opgeruimd door professionele bedrijven.

Gisteravond berichtte Rijkswaterstaat dat de berger een surveyschip en de Atlantic Tonjer naar de Eemsgeul stuurde. Daar starten de schepen vandaag met hun bergingswerkzaamheden. Als de weersomstandigheden goed blijven, is de eerste actie het bergen van de gelokaliseerde container. Houd voor meer informatie de website van Rijkswaterstaat in de gaten. Daar zijn ook veelgestelde vragen te vinden over o.a. het bergen van de containers.

Vanaf maandag helpt ook Defensie (weer) mee met het zoeken naar nog niet gevonden containers.

[Update: 11 januari 2019, 15.30 uur]
Op de platen in de Waddenzee liggen op dit moment geen containers meer. De bergingsactie van de zeecontainers richt zich daarom op de containers die in of langs de vaarroutes op de Noordzee en de Eems zijn gevonden via sonar. Dat zijn 220 objecten van de 291 containers die overboord zijn geraakt.

De opruimacties worden niet centraal gecoördineerd, maar vinden vooral plaats op basis van lokale initiatieven en door de Friese Waddengemeenten. Rommel op zee, op de Afsluitdijk en in de kwelders wordt opgeruimd door professionele bedrijven.

De Friese waddengemeenten organiseren vandaag of dit weekend geen centrale  opruimacties, maar communiceren er misschien wel over. Voor wie iets wil doen: kijk op hun gemeentelijke twitteraccounts of op @helpwad waar helpende handen welkom zijn. De gemeente Het Hoge Land in Groningen organiseert wel een centrale opruimactie.

Rijkswaterstaat liet gisteren weten dat de bergingsactie van de containers vandaag, vrijdag 11 januari, van start zou gaan. Het bergschip – de Atlantic Tonjer – kan nog niet vertrekken naar het gebied waar de eerste zeecontainers moeten worden geborgen. Dat de bergingsactie later begint heeft te maken met het voorbereidende werk, zoals het monteren van een grote kraan en andere apparatuur. Het schip ligt nog in IJmuiden. Daar komt ook een ander groot bergschip, de Geosund, later aan dat op dezelfde manier klaargemaakt moet worden. Een kleiner schip (de Friendship) is op dit moment al in het gebied zelf.
Wanneer de werkelijke berging start is nog niet bekend. Dit weekend wordt er weer harde wind voorspeld. Het precisiewerk – bekijken en nameten hoe een container ligt -- kan dan niet of moeilijk gebeuren. ‘Zorgvuldigheid gaat voor snelheid’, is het uitgangspunt van Rijkswaterstaat.

Vanaf maandag helpt ook Defensie (weer) mee met het zoeken naar nog niet gevonden containers.

Wetterskip Fryslân brengt in kaart waar kleine deeltjes piepschuim liggen op de zeedijk en hoe dit opgeruimd kan worden. Ze houden toezicht langs de zeedijk van Zurich tot aan Lauwersoog om te kijken of er spullen zijn aangespoeld.

[Update: 11 januari 2019, 10.00 uur]
Bezoek minister Van Nieuwenhuizen aan Wadden: Veiligheidsregio Fryslân voelt zich gesterkt in aanpak

Bij haar werkbezoek op 10 januari aan de Wadden liet minister Cora van Nieuwenhuizen van Verkeer en Waterstaat zich in hotel Zeezicht in Harlingen eerst informeren over al het werk dat is gedaan sinds de containers in de nacht van 1 op 2 januari overboord sloegen.

Namens Veiligheidsregio Fryslân zaten onder anderen burgemeesters Ferd Crone van Leeuwarden en Roel Sluiter van Harlingen bij het gesprek, naast Erica Slump, waarnemend directeur-generaal van Rijkswaterstaat. Ook directeur Lutz Jacobi van de Waddenvereniging en operationeel leider Saskia van den Broek waren aanwezig.

Het gesprek ging over hoe de containers en de bijbehorende rommel op de Wadden worden opgeruimd, en over de berging van de containers die nog op de zeebodem liggen. Ook spraken ze over de ecologische impact van de ramp op korte en lange termijn en over de afhandeling van de schade.

Veiligheidsregio Fryslân voelt zich gesterkt in de gekozen aanpak, waarbij vrijwilligers die op de eilanden en langs de dijk kwamen opruimen, zoveel mogelijk werden gefaciliteerd. Er is onder andere besproken dat de veiligheidsregio op dezelfde wijze bij incidenten blijft faciliteren en daarbij duidelijk aangeeft op welke veilige plekken dat mogelijk is. Ook zegde de minister steun toe bij het onderzoek naar de ecologische impact, en gaf ze aan zich in te spannen om het containervervoer over zee veiliger te maken.

Op het gemeentehuis van Terschelling is gesproken met onder andere de burgemeester, een torenwachter van de Brandaris (RWS), raadsleden en ambtenaren. Op het strand heeft de minister gesproken met een grote groep van Staatsbosbeheer uit het hele land. Zij organiseerden hun nieuwjaarsbijeenkomst op locatie, zodat ze met z’n allen rommel van het strand konden zoeken. Ook ging Van Nieuwenhuizen in gesprek met mensen van een loonbedrijf (Trip Hek) en heeft ze gezien hoe zij met een speciale machine het strand schoon maken. 

[Update: 9 januari 2019]
De gevolgen van de storm van gisteren en vannacht zijn beperkt. Er zijn geen grote hoeveelheden nieuwe rommel meer aangespoeld. Op een aantal plekken rond Harlingen en Lauwersoog is nieuwe rommel op de dijken aangespoeld. Dit wordt door gemeenten, het Wetterskip en een groep vrijwilligers opgeruimd.

Rijkswaterstaat doet met een helikopter een inspectieronde boven de Waddenzee. Vanmiddag gaat Rijkswaterstaat twee containers op het Rif bergen.

Ga niet het water op om rommel op de ruimen. Dit wordt gedaan door professionals.

[Update: 8 januari 2019]
Op 7 en 8 januari 2019 heeft het flink gestormd in Fryslân. De gevolgen daarvan zijn beperkt gebleven. Er zijn geen grote hoeveelheden nieuwe rommel meer aangespoeld. Op een aantal plekken rond Harlingen en Lauwersoog was nieuwe rommel op de dijken aangespoeld. Dit is inmiddels door gemeenten, het Wetterskip en een groep vrijwilligers opgeruimd.

[Update: 6 januari 2019, 20.45 uur]
Inmiddels is duidelijk dat de MSC Zoe 281 containers heeft verloren. Een aantal daarvan was al aangespoeld. Rijkswaterstaat heeft daarnaast met behulp van sonar 220 containers gevonden op de bodem van de Noordzee. De berging van deze containers wordt een ingewikkelde operatie en hangt o.a. af van het weer.

[Update: 6 januari 2019, 12.30 uur]
Na inspecties vanmorgen kunnen we constateren dat de stranden op de eilanden vrijwel schoon zijn gebleven. Alleen op Schiermonnikoog wordt vandaag gecoördineerd schoongemaakt. Ook op de vaste wal wordt vandaag op meerdere plekken nog gewerkt aan het opruimen van plastic en ander afval van de overboord geslagen containers. Op de kwelders ligt nog veel afval, maar slibkwelders zijn moeilijk en gevaarlijk toegankelijk. Laat dat over aan de professionals. In de loop van vandaag komt een speciale zuiger en een beach-cleaner aan op Schiermonnikoog; hiermee wordt vanaf morgen gewerkt om al het kleine plastic van het strand te krijgen. Op het overzichtskaartje onderaan deze pagina is te zien waar hulp bij het opruimen nodig is.

Vanwege de storm die wordt verwacht, is het advies: kom vanaf maandagmiddag 7 januari niet meer als vrijwilliger naar de kustlijn voor opruimacties. De storm maakt het opruimen door vrijwilligers gevaarlijk. We waarderen de inzet enorm, maar de veiligheid gaat boven alles! We verwachten dat er woensdag 9 januari weer vrijwilligers kunnen komen helpen. De bedrijven blijven opruimen, zolang de weersomstandigheden dat toelaten. Zij zijn beter toegerust op storm en wind dan vrijwilligers.

Het is moeilijk te voorspellen wat de storm met de containers doet die nog in zee liggen. Na de storm worden er weer inspectievluchten gedaan en gaat het zoeken met de sonarboten verder.

[Update: 5 januari 2019, 17.00 uur]
De komende tijd blijven er naar verwachting containers of spullen uit containers aanspoelen. Rijkswaterstaat en de Kustwacht blijven nauw samenwerken in het lokaliseren en bergen van overboord geslagen containers.
Verschillende factoren, waaronder weersomstandigheden en stroming, maken het moeilijk om exacte schattingen te geven van het aantal vermiste of verdwenen containers.

Diverse organisaties werken in opdracht van Rijkswaterstaat en grondeigenaren aan het opruimen en schoonmaken van de stranden en kustlijn. Defensie blijft tot zondagmiddag 17.00 uur actief helpen op Schiermonnikoog.

Er is grote waardering voor de inzet van de vele vrijwilligers die helpen opruimen. Diverse groepen en gemeentes coördineren opruimacties. Die coördinatie is belangrijk want we willen voorkomen dat door goedbedoelde hulpacties andere schade wordt aangericht, bijvoorbeeld aan kwetsbare natuur. Houd daarom bij het opruimen de volgende regels in acht:

  • bekijk voor vertrek óf en waar hulp nodig is. Gemeenten en HelpWad geven aan waar gecoördineerde acties zijn. Kijk bijvoorbeeld op Twitter @HelpWad of #HelpWad, daar vind je een kaart met de actuele stand van zaken over opruimacties.
  • het weer is fris en onstuimig. Kleed je warm aan.
  • volg het advies van organisaties en instanties op.
  • begeef je niet op plekken die niet openbaar toegankelijk zijn.

[Update: 4 januari 2019, 12.00 uur]
Inmiddels weten we van 22 containers dat ze zijn aangespoeld op verschillende Waddeneilanden en in het Waddengebied.

Vragen en antwoorden

Twee van de overboord geslagen containers bevatten gevaarlijke stoffen. Het betreft een container met 280 zakken van ieder 25 kilo organische peroxide (een stof die gebruikt wordt in de farmaceutische industrie) en een container met 1400 kilo aan lithiumbatterijen.

Er zijn verschillende zakken organische peroxide aangetroffen, waardoor duidelijk is dat deze container open is geraakt. RIVM meldt dat de gezondheidsrisico’s van organische peroxide beperkt zijn zolang de verpakking intact blijft. Als de verpakking beschadigd is, kan het product irritatie aan luchtwegen (bij verstuiven) huid en ogen veroorzaken. De Veiligheidsregio raadt daarom aan de zakken niet aan te raken en 112 te bellen.

Organisch peroxide

In één van de overboord geslagen containers zit de gevaarlijke stof organisch peroxide. Organisch peroxide is een witte poederachtige stof. Op Schiermonnikoog is een zak van 25 kilo met organisch peroxide aangetroffen, deze is inmiddels verwijderd. Mocht je een vermoeden hebben dat er organisch peroxide aangespoeld is, bel dan 112. Voorkom aanraking, neem bij aanraking contact op met de huisarts.

Fabrikant

Nouryon (voorheen AkzoNobel) is de fabrikant van de organisch peroxide, dit is de gevaarlijke stof die in één container zit. Onder de huidige omstandigheden zijn de risico’s beperkt zolang de verpakking intact blijft. De zakken zijn wit en te herkennen aan rode waarschuwingssymbolen (zie bovenstaande foto). Als de verpakking beschadigd is, kan het product irritatie aan huid en ogen veroorzaken. Raak de zakken niet aan en bel direct 112.

Plastik zak met gevaarlijke stoffen

HDPE-kunststofkorrels

Op meerdere plaatsen op de Waddeneilanden Ameland en Schiermonnikoog zijn zakken met HDPE-kunststofkorrels aangespoeld. Deze kunststofkorrels zijn niet gevaarlijk voor de gezondheid, hiervoor hoef je niet 112 te bellen.

Gevonden zak van Lotte Chemical

Power Dry - UK

Verpakkingen die eruit zien als op onderstaande foto kunnen veilig geborgen en weggegooid worden. Wanneer verpakkingen gescheurd of open zijn kan dit leiden tot enige huidirritatie.

Gevonden onbekende pakketen afkomstig uit zeecontainershand die een oonbekend pakket vast heeft afkomstig uit zeecontainers

 

Laat gesloten containers dicht. Neem contact op met de gemeente. Als je gevaarlijke stoffen vindt, raak deze dan niet aan. Onder het kopje ‘Welke stoffen zijn gevaarlijk?’ kun je zien voor welke stoffen je 112 moet bellen.

Rijkswaterstaat, de Kustwacht en de bergingsmaatschappij werken samen in het bergen en ook in het lokaliseren van de overboord geslagen containers.

Er wordt gestart met de berging van kapotte, lege containers. De kapotte containers worden door middel van een grijper uit zee gehaald. Visserschepen liggen stand-by om eventuele losse lading direct uit zee te vissen. De gesloten containers worden gemarkeerd om later geborgen te worden; ze worden dan zoveel mogelijk in zijn geheel uit het water gehaald.

Meer informatie is te vinden op de website van Rijkswaterstaat.

Vanwege onder andere de ligging van de containers in de verkeersbaan in de Noordzee, de complexiteit van bergen, weinig zicht onder water, het getijde, de weersomstandigheden en de hoeveelheid containers, gaat de berging naar alle waarschijnlijkheid maanden duren. Het opruimen gaat zeker tot medio 2020 door. Meer informatie hierover staat op de site van Rijkswaterstaat

De reder is direct aansprakelijk gesteld door zowel RWS, de Waddeneilanden als Staatsbosbeheer. De reder heeft aangegeven alle kosten voor het opruimen en schoonmaken te betalen (zie op de website van MSC). Rijkswaterstaat helpt de betrokken gemeenten bij hun claim richting de reder. Meer informatie hierover staat op de site van Rijkswaterstaat

Vissers die schade aan hun netten of de kotter ondervinden door de containers of items uit de containers, kunnen dit melden bij de door MSC aangestelde experts via msczoe@bmtglobal.com. Vul daarbij het schadeformulier ‘report of damage’ in, meld de exacte positie waar de schade is ontstaan en maak zoveel mogelijk foto’s van het beschadigde onderdeel en het plotterscherm. Na het melden van de schade zal een expert van BMT contact opnemen. Bron: Vissersbond

Omdat de gevolgen voor de ecologie in de Waddenzee niet duidelijk zijn, wordt er langdurig onderzoek gedaan naar de milieurisico’s van plastic deeltjes uit de overboord geslagen containers. Onder meer Wageningen University & Research (WUR) voert dit jaar in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat diverse onderzoeken uit om te zien of en hoe deze plastic deeltjes worden opgenomen door het zeeleven en waar het plastic terechtkomt. Daarbij wordt o.a. gekeken naar de gevolgen van de twee containers met giftige stoffen, de risico’s van plasticvervuiling en de effecten op bodemdieren, vissen, zeehonden, bruinvissen en vogels.

Ook wordt er aanvullend pathologisch onderzoek naar zeezoogdieren gedaan en worden de geplande schelpdiersurveys in het voorjaar van 2019 uitgebreid om een beeld te krijgen van de verspreiding van de vervuiling op en in de ecologisch zeer belangrijke schelpdierbanken, onder water en ook op de wadplaten.

Het RIVM verwacht dat de effecten van de lithium-ion batterijen en de dibenzoylperoxide gering zijn, als gevolg van de snelle ontlading en verdunning in zout zeewater.

Lees ook: Kamerbrief over onderzoek naar gevolgen overboordgeslagen containers van schip MSC Zoe voor ecologie in Waddenzee. 

Rijkswaterstaat start een onderzoek naar de (middel)langetermijneffecten van de plastic verontreiniging voor de Waddenzee als gevolg van de overboord geslagen containers. Hierdoor zijn op de eilandstranden, wadplaten en kwelders onder andere kleine plastic deeltjes aangespoeld. Uit onderzoek moet blijken wat de effecten hiervan zijn op de fauna en welke maatregelen genomen moeten worden. 
 
Voor het onderzoek wordt samenwerking gezocht met de Rijksuniversiteit Groningen en andere partijen zoals de Waddenvereniging, Natuurmonumenten, Sovon en NIOZ. Dit past binnen de afspraken zoals gemaakt in de samenwerkingsovereenkomst Basismonitoring Waddenzee. Vooruitlopend start Rijkswaterstaat wel al met het nemen van de eerste veldmonsters op de eilandstranden, wadplaten en de kwelders als basis voor het onderzoek.

Het is niet ongebruikelijk dat er dode zeehonden worden aangetroffen; er leven 20.000 zeehonden in de zee en 20 dode zeehonden in een dag is niet vreemd. Bij een Noordwestenwind spoelen deze aan op de kust.

Vind je een dode zeehond? Meld dit dan bij zeehondencrèche Pieterburen via 0595-526 526. In verband met onderzoek naar zeehondensterfte in de Waddenzee is het belangrijk dat dode dieren hier worden gemeld.

Nee. Wageningen Marine Research in Den Helder heeft onderzoek gedaan naar de ca. 20.000 dode en verzwakte zeekoeten die eind januari en begin februari 2019 aanspoelden op de Waddeneilanden en andere Nederlandse stranden. Uit het onderzoek bleek dat de zeekoeten zijn omgekomen door verhongering. In de magen zijn geen grote hoeveelheden plastics aangetroffen en de dieren zijn niet aantoonbaar ziek geweest. Volgens de onderzoekers betekent dit dat de zeekoeten niet zijn gestorven als gevolg van de verloren containers van MSC Zoe. Lees meer op de website van de WUR of op de website van de Rijksoverheid.

Dit was om de overleg- en werkstructuur voor het opruimen van de containers in en rond de Waddenzee goed te stroomlijnen. Op 6 februari 2019 is de crisisorganisatie weer afgeschaald naar GRIP 0. Kijk voor meer informatie voor de aanpak tijdens een crisis op onze website: Wat gebeurt er tijdens een crisis?

Naar schatting vallen er jaarlijks wereldwijd tussen de 550 en 1700 containers van schepen, op een totaal van ongeveer 130 miljoen containers die jaarlijks worden vervoerd.

Bij de containerramp is naar schatting zo'n 3.436 ton afval in zee beland: 700 ton metaal van de containers zelf en 2.736 ton aan inhoud van de containers.

Van de 342 overboord geslagen containers zijn inmiddels (tot en met 27 november 2019) van 299 containers één of meerdere geïdentificeerde containerdelen met unieke containernummers geborgen. Van die 299 containers waren 19 containers in het Waddengebied aangespoeld en al vrij snel na het incident geborgen.

Tot en met 27 november 2019 is minstens 2.424.930 kilo afval geborgen. Dit is inclusief de verwerking van de geborgen hoeveelheid aan Duitse zijde, de ingeschatte hoeveelheid lading meegenomen door particulieren (jutten) en de ingeschatte hoeveelheid afval afgevoerd in de eerste dagen, wat niet was gewogen en geregistreerd.

Opruimacties

Heel veel mensen hebben geholpen met het opruimen van het aangespoelde afval. Hoewel de stranden, dijken en kwelders zo goed mogelijk zijn opgeruimd, betekent dat niet dat het overal helemaal schoon is. 

  • Opruimen op zee: Rommel op zee is opgeruimd door professionals. Rijkswaterstaat, de Kustwacht en de bergingsmaatschappij hebben nauw samengewerkt in het lokaliseren en bergen van de overboord geslagen containers.
  • Opruimen op de stranden, dijken en het achterland: Bij alle strandovergangen van de Waddeneilanden stonden containers waarin bezoekers van het strand afval konden deponeren. Daarnaast werden er op sommige locaties af en toe opruimacties georganiseerd.
  • Opruimen op de Afsluitdijk en kwelders: Het opruimen werd hier door professionals gedaan. 
  • Opruimen op de dijken in Noord-Fryslân: De dijken in Noord-Fryslân werden opgeruimd door BDS-Harlingen.

Help mee aangespoeld plastic in kaart te brengen

De Rijksuniversiteit van Groningen heeft een speciale app ontwikkeld waarmee mensen kunnen aangeven waar ze plastics vinden. Via een app en op www.waddenplastic.nl kan iedereen helpen met het in kaart brengen van het al het aangespoelde plastic. Ook de Wageningen Univerity and Research is bezig met de containerramp. Zij geven op hun website informatie over de impact van de containerramp.

Wie deed wat?

Bij de containerramp waren veel verschillende organisaties betrokken. Voor meer informatie hierover kun je contact opnemen met de betreffende partij.

Bestuurlijk Wadden Overleg (BWO) Het BWO voert sinds 6 februari 2019 de regie over de verdere afhandeling van de gevolgen van de overboord geslagen containers van de MSC Zoë. Het BWO richt zich daarbij op de berging (inhoud van) containers, de schadeafhandeling en het schoonmaken/opruimen. De praktische uitvoering hiervan is belegd bij Rijkswaterstaat. Het BWO is het bestuur van de Coördinatie Regeling Waddenzee (CRW). In het BWO wordt de voortgang van deze drie punten besproken en afgestemd. Het BWO bestaat uit de directeuren van de Veiligheidsregio’s Fryslân, Groningen en Noord-Holland Noord, Rijkswaterstaat, de Kustwacht en drie burgemeesters die Groningen, Noord-Holland Noord en Fryslân vertegenwoordigen. Voor de bestuurlijke afstemming met betrekking tot de containers wordt het BWO uitgebreid met een vertegenwoordiger van de vier betrokken waterschappen, een vertegenwoordiger van de vier betrokken terrein beherende organisaties en een Friese ‘wal’-burgemeester. Het BWO is een samenwerkingsoverleg en neemt geen bevoegdheden over. De bestuurders houden de bevoegdheden en taken van hun eigen organisatie en leggen daarover binnen hun eigen organisatie verantwoording af - dus bij hun veiligheidsregio, gemeentera(a)d(en) of minister(s).
Regiecollege Waddengebied (RCW) Het RCW is verantwoordelijk voor het proces ecologische gevolgen op lange termijn. In het RCW werken Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven, natuurorganisaties en de wetenschap samen onder leiding van de Commissaris van de Koning in Fryslân. Het RCW fungeert als overleg voor bestuurlijke afstemming in de nafase over ecologische gevolgen op de langere termijn. Het Opdrachtgeverscollectief Beheer Waddenzee (OBW) ziet in afstemming met het RCW toe op de voortgang van de uitvoering/beheer. In het OBW werken de beherende partijen van de Waddenzee samen; hierin hebben Rijk, provincies, gemeenten, Staatsbosbeheer en de Coalitie Wadden Natuurlijk zitting.
Rijkswaterstaat De praktische uitvoering van de berging, schadeafhandeling en het schoonmaken is belegd bij Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de waterveiligheid en is bodembeheerder van de Noordzee en Waddenzee. Hieronder vallen ook de zandplaten en kwelders en de Afsluitdijk. Dat betekent dat Rijkswaterstaat het coördineren van het bergen van schepen en verloren ladingen op zich neemt maar ook de coördinatie heeft bij milieurampen op de Noordzee zoals olieverontreinigingen.
Kustwacht De Kustwacht is verantwoordelijk voor het nautisch beheer van de Noordzee. De Kustwacht waarschuwt onder andere het scheepvaartverkeer vanwege de drijvende containers. Daarnaast vliegt het Kustwachtvliegtuig patrouilles boven de Waddeneilanden om containers te lokaliseren.
Wetterskip Fryslân Wetterskip Fryslân is verantwoordelijk voor de veiligheid van de keringen en zeedijken en houdt toezicht op het opruimen van aangespoelde goederen op de zeedijk.
Veiligheidsregio Fryslân Veiligheidsregio Fryslân heeft een coördinerende rol tijdens rampen en crises. Kijk voor meer informatie hierover op de website. De crisisorganisatie van Veiligheidsregio Fryslân was van 2 januari t/m 6 februari 2019 actief. Op 6 februari 2019 is de crisisorganisatie weer afgeschaald naar GRIP 0.
Friese Waddeneilanden De Friese Waddeneilanden zorgen voor de opruimacties op de eilanden.

Informatie voor de media

Bij inhoudelijke vragen kan door media contact worden opgenomen met:

  • De berging van containers (en inhoud daarvan) op zee: Rijkswaterstaat, 06-46272704
  • Patrouilles boven zee, nautisch beheer van de Noordzee: Kustwacht, 0223-542400
  • Het schoonmaken van zandplaten, kwelders en de Afsluitdijk: Rijkswaterstaat, 06-46272704
  • Schoonmaken van zeedijken (behalve de Afsluitdijk): Wetterskip Fryslân, 06-51317364
  • Schoonmaken van stranden/eilanden: de Friese Waddengemeenten
  • Schadeafhandeling: Rijkswaterstaat, 06-46272704
  • Ecologische gevolgen: Rijkswaterstaat, 06-46272704
  • Algemene vragen over het Bestuurlijk Wadden Overleg (BWO): Veiligheidsregio Fryslân, 088-2299992
  • De crisisorganisatie tijdens 2 januari - 6 februari 2019: Veiligheidsregio Fryslân, 088-2299992